Grijze lijfrentekoek

U bent ouder dan 65 jaar en u hoort met pensioen te zijn maar u bent dat nog niet omdat u daar nog helemaal geen zin in heeft. Sterker nog: u vindt het leuk om door te werken en u verdient daar ook nog eens een aardig inkomen mee. Omdat u uw echte pensioenleeftijd nog even voor u uitschuift vraagt u zich af of over uw inkomen dat u verdient vanaf uw 65ste nog aanvullend pensioen op kunt bouwen.

Het antwoord is: NEE!

Tenminste: als we het hebben over het storten van bedragen (koopsommen) voor een lijfrenteverzekering of lijfrentespaarrekening, op basis van de jaarruimte:

De jaarruimte over 2009 is het maximale bedrag dat u in 2009 af mag trekken als lijfrentepremie vanwege een tekort in uw pensioenopbouw in 2008. Ook als u in loondienst normaal pensioen opbouwt, kunt u volgens de fiscale regels toch een tekort in uw pensioenopbouw hebben.

U hebt een tekort als u per jaar minder pensioen opbouwt dan nodig is om een oudedagsvoorziening (inclusief AOW) te krijgen van 70% van uw arbeidsinkomen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat u gedurende 35 jaar pensioen opbouwt. U mag uw lijfrentepremie aftrekken van de belasting omdat u deze gebruikt om het tekort in uw pensioenopbouw aan te vullen.

Als u op 1 januari van een jaar 65 jaar bent, dan hebt u vanaf dat jaar geen jaarruimte meer.

Leuker konden ze het niet maken bij de Belastingdienst.
Maar dit betekent gelukkig niet dat de lijfrentekoek daarmee definitief op is.

Het kan namelijk zijn dat u in de jaren voordat u 65 werd te weinig pensioen heeft opgebouwd ten opzichte van het inkomen dat u toen verdiende. Als dat zo is heeft u wellicht recht op lijfrenteaftrek op basis van de reserveringsruimte.

De reserveringsruimte is de optelsom van niet-benutte jaarruimten. In 2009 is dat het totaal van de jaarruimten 2002 tot en met 2008 die u niet hebt gebruikt.

Had u in de periode 2002 tot en met 2008 in een of meer jaren jaarruimte waarvoor u in die jaren geen of onvoldoende lijfrentepremies hebt betaald en afgetrokken, dan kunt u alsnog in 2009 tot een bepaald bedrag aan betaalde lijfrentepremies of stortingen op een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht aftrekken.

Dit “bepaalde bedrag” is wel gemaximeerd:
Voor de belastingplichtige die op 1 januari van 2009 de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt is de reserveringsruimte gemaximeerd op € 13.238,- (in de andere gevallen € 6.703,-).

De reserveringsruimte mag echter nooit meer bedragen dan de jaarruimte. Dat is een tweede maximum. Dit betekent dat het inkomen dat verdiend wordt na de 65-jarige leeftijd wel degelijk van belang is. Daarmee wordt een fictieve jaarruimte berekend. Stel dat deze berekende jaarruimte € 8.000,- is, dan is de maximale reserveringsruimte daarmee ook € 8.000,- en niet € 13.238,- (er vanuit gaande dat er zoveel reserveringsruimte is).

De oplettende lezer valt uiteraard op dat we het hier hebben over 2009 en niet over 2010. Dat doen we nog even zo omdat het tot 1 april 2010 nog mogelijk is om betaalde lijfrentepremies terug te wentelen naar 2009. En dat is voor het laatst overigens. Vanaf belastingjaar 2010 wordt deze termijn ingekort tot 1 januari 2011.