Requiem voor Pensioen in Eigen Beheer

Nu de regering de belastinghervorming op de lange baan heeft geschoven, wordt het tijd te gaan speculeren over de komende veranderingen. Want er komen zeker veranderingen aan en dan is vroegtijdig beslissen fiscaal verstandig.

De randvoorwaarden uit het pensioen-in-eigen-beheer verslag van Wiebes:

  • De door de directeur-grootaandeelhouder ingelegde middelen moeten beschikbaar blijven voor (de financiering van) de eigen onderneming.
  • Verder moet het mogelijk blijven dat iets geregeld kan worden voor de (potentiële) nabestaanden.

De oplossing van Wiebes:
Er wordt een nieuw systeem ingevoerd: een fiscale oudedagsreserve in eigen beheer, DGA-FOR. De reservering is vermoedelijk een percentage van de winst. Er zal geen oprenting over de reservering worden toegestaan.

Het probleem van de bestaande pensioenreserve:
De opgebouwde pensioenreserve in de BV zal ongetwijfeld eenmalig mogen worden omgezet naar die nieuwe fiscale oudedagsreserve. Ook weer zonder oprenting daarna.

Voor de liefhebbers de details:
Hoe gaat de overgangsregeling eruit zien? Mag een DGA ook gewoon doorgaan met opbouw (tegen commerciële waarde)? Welke neveneffecten zijn er door het vervallen van het beklemd pensioenvermogen? Welke gevolgen heeft de omzetting voor de rechten/plichten van de (andere) aandeelhouders, de bank en de (ex)-partner?

Mijn conclusie: 

  • Pensioenopbouw in eigen beheer komt 1 januari 2016 te vervallen.
  • Het is onlogisch nu nog door te gaan met de opbouw in eigen beheer.
  • Het alternatief de DGA-FOR is simpel, helder en goed uit te leggen maar fiscaal veel minder aantrekkelijk.
  • Het probleem blijft voor veel DGA-ers dat er alleen een fiscale schuld opgebouwd wordt.