Onder de paarden- en veeverzekering kunnen alle onder deze categorie vallende dieren worden verzekerd. Gedekt is schade als gevolg van het overlijden of blijvende ongeschiktheid van het dier door ziekte, ongeval of kreupelheid voor het in de polis omschreven gebruik.

Ook schade als gevolg van blijvende onvruchtbaarheid, te vroeg werpen door vrouwelijke dieren als gevolg van een ziekte of ongeval, en castratie van normaal ontwikkelde één- en tweejarige dieren door optredende complicaties, valt onder de dekking.Een kandidaat-verzekerde is verplicht alle dieren van een bepaalde soort ter verzekering aan te bieden. De verzekeraar accepteert alleen gezonde dieren. Aan de acceptatie door de verzekeraar gaat een keuring door een veearts vooraf. Elk dier wordt nauwkeurig geïdentificeerd en als zodanig in de polis omschreven (signalement, stamboek-/schetsnummer en naam).

Uitgesloten zijn bestaande gebreken of oorzaken, catastroferisico’s, en brand en diefstal. Deze laatste twee risico’s kunnen echter wel tegen premietoeslag worden meeverzekerd. Ook epizoötie (epidemie bij dieren) behoort tot de standaarduitsluitingen.
De schadevergoeding bedraagt een bepaald percentage van de verzekerde handelswaarde, variërend van 50 tot 90%. Het percentage is afhankelijk van de diersoort en de leeftijd. Op de vergoeding wordt de restwaarde van het levende dier of de opbrengst van het dode/geslachte dier in mindering gebracht.

Alle dieren worden verzekerd op basis van hun handelswaarde. De premie is afhankelijk van diersoort, leeftijd en gebruik. Bij sommige maatschappijen kan een premiekorting worden verleend, indien gedurende een bepaalde tijd geen schade wordt geclaimd (no-claimkorting).