Onder het A.N.W.-gat verstaan we het verschil tussen de uitkering waarop nabestaanden recht hadden krachtens de (inmiddels vervallen) Algemene Weduwen en Wezenwet (A.W.W.) en de huidige Algemene nabestaandenwet (A.N.W.). Als gevolg van de invoering van de Anw kunnen nabestaanden geconfronteerd worden met een zeer forse inkomstenterugval. De A.N.W. legt de verantwoordelijkheid voor het treffen van een financiële nabestaandenvoorziening grotendeels bij personen zelf. Het inkomstenverschil kan worden voorkomen met een A.N.W.-gatverzekering.

De belangrijkste oorzaken van het inkomstenverlies zijn:

de A.W.W. kende geen inkomenstoets, de A.N.W. wel. Kort gezegd komt het er op neer, dat een nabestaande krachtens de A.W.W. recht had op een vaste uitkering, ongeacht eventueel ander inkomen. Krachtens de A.N.W. wordt inkomen in verband met arbeid van een nabestaande, zoals een uitkering krachtens de W.A.O. of W.W., volledig in mindering gebracht op de nabestaande-uitkering. Inkomen in verband met arbeid, zoals inkomen uit dienstverband en/of winst uit onderneming, wordt gedeeltelijk gekort. Vanaf een zeker bedrag aan inkomen, vervalt het recht op een nabestaandenuitkering. Ruwweg is dat vanaf € 120.000 bruto per jaar.
Een nabestaande met een kind jonger dan 18 jaar, ontvangt krachtens de Anw een uitkering van maximaal 90% van het nettominimumloon, terwijl dit krachtens de AWW 100% van het nettominimumloon was.
De groep nabestaanden die recht hebben op een uitkering krachtens de A.N.W., is beperkter dan krachtens de A.W.W.

Rechthebbenden krachtens de A.N.W. zijn alleen:

  1. nabestaanden die geboren zijn voor 1 januari 1950;
  2. nabestaanden geboren na 1 januari 1950 die een kind jonger dan 18 jaar moeten verzorgen (zodra het jongste kind 18 jaar of ouder is vervalt de uitkering);
  3. nabestaanden die ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn verklaard.

Voor de A.N.W.-gat verzekering komen in aanmerking:

  • Elke gehuwd, of ongehuwd samenwonende, geboren op of na 1 januari 1950.
  • Elke gehuwd of ongehuwd samenwonende, geboren voor 1 januari 1950, waarvan de nabestaandenuitkering wordt verminderd door de inkomenstoets.