50% boete

VerzuimboeteHieronder treft u twee uitspraken van Rechtbank Den Haag aan waarbij de rechtbank tot het oordeel komt dat sprake is van voorwaardelijke opzet van de belastingplichtige. En dus een stevige boete uitdeelt voor het niet opgeven van een belaste uitkering uit een kapitaalverzekering.

De belastingdienst kan twee soorten boetes opleggen:

  1. Een verzuimboete bij het niet op tijd of op de juiste manier aangifte doen of betalen. Het doel van een verzuimboete is het aanscherpen van een gebod tot nakoming van fiscale verplichtingen.
  2. Een vergrijpboete bij een opzettelijke verkeerde aangifte. Een vergrijpboete is gericht op het bestraffen van een handelen of nalaten, leidend tot het niet, of niet binnen de gestelde termijn betalen van belasting.

De eerste zegt “Ik was een beetje psychisch in de war.”
De tweede zegt: “Ik dacht , dat doet de verzekeraar wel.”

Beiden kregen
1. Een navorderingsaanslag
2. Heffingsrente
3. En een verzuimboete van 50%

Hieronder kunt u het hele verhaal lezen.

In beide gevallen heeft de belastingplichtige een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule afgesloten. Op de einddatum van de verzekering besluit de belastingplichtige de uitkering in contanten te ontvangen, maar hij vergeet de uitkering in het jaar van afkoop in zijn IB-aangifte op te nemen. De belastinginspecteur legt een navorderingsaanslag, een verzuimboete van 50% en heffingsrente (arrest 2007/01994) op. In beide gevallen is de belastingplichtige het niet eens met de verzuimboete, omdat er geen sprake zou zijn van voorwaardelijke opzet of kwade trouw. De belastingplichtige uit arrest nr. 2006/06593 gaf aan dat hij als gevolg van psychotherapeutische behandelingen last had van vergeetachtigheid en verstrooidheid. Daarnaast ging hij ervan uit dat hij de uitkering in 2003 moest aangeven (wat hij niet heeft gedaan!). De andere belastingplichtige gaf aan dat hij uitgegaan was van de door de verzekeraar opgegeven jaaropgave en dat het aan zijn eigen gemakzucht te wijten was dat hij de uitkering niet had opgegeven.
Rechtbank Den Haag is het in beide gevallen met de inspecteur eens. Er is sprake van voorwaardelijke opzet. In beide gevallen heeft de belastingplichtige willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat
hij te weinig belasting zou betalen als hij de uitkering niet in zijn aangifte zou vermelden, aldus de rechtbank. Onder die omstandigheden is de boete terecht opgelegd.

Rechtbank Den Haag 26 oktober 2007, nr. 2006/06593
Rechtbank Den Haag 24 januari 2008, nr. 2007/01994

(Bron FJA NN)