Eric en Carolien gaan uit elkaar.

Oftewel, is een afkoopsom alimentatie aftrekbaar voor ex-samenwoners?

De man woont tien jaar samen met de vrouw. Laten we ze Eric en Carolien noemen. Zij verbreken de relatie. Eric en Carolien komen overeen dat Eric ineens € 45.378 aan Carolien betaalt als afkoopsom voor de onderhoudsverplichting. Eric trekt het bedrag af als persoonlijke verplichting.

De inspecteur weigert de aftrek omdat de wet alleen de aftrek toestaat voor afkoopsommen van alimentatie tussen gewezen echtgenoten/geregistreerden. Hof Amsterdam oordeelt dat sprake is van ongelijke behandeling tussen gehuwden en ongehuwden. De staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Advocaat-Generaal is van mening dat het in strijd is met het gelijkheidsbeginsel dat de onderhoudsverplichting voor een gewezen echtgenoot/geregistreerde partner wel en die van een ex-samenwoner niet aftrekbaar is. Door de invoering van de partnerregeling heeft de wetgever beoogd gehuwden en ongehuwden gelijk te behandelen.

Voor 2001 was er alleen sprake van een ontwikkeling in de wetgeving om gehuwden en ongehuwden gelijk te behandelen. De wetgever hoeft niet alle aspecten van de ongelijke behandeling direct weg te nemen. De Advocaat-Generaal concludeert tot vernietiging van de uitspraak omdat deze kwestie zich voor 2001 afspeelt Het is nog onduidelijk of de Hoge Raad het oordeel van de Advocaat-Generaal volgt.

Als de Hoge Raad het oordeel van de Advocaat-Generaal volgt, kunnen ook samenwoners een alimentatielijfrente afsluiten als zij besluiten uit elkaar te gaan. Dan zijn ze definitief financieel van elkaar af.

Onder voorwaarden is de afkoopsom voor alimentatie aftrekbaar van het inkomen als zijnde een onderhoudsverplichting. De afkoopsom moet dan, zo volgt uitdrukkelijk uit de wettekst, zijn betaald aan de gewezen echtgenoot. Hieronder wordt ook de gewezen geregistreerde partner begrepen. Deze bepaling wordt strikt uitgelegd.

Dit betekent dat als een afkoopsom wordt betaald voordat de echtscheiding definitief is uitgesproken, de afkoopsom niet aftrekbaar is van het inkomen. Ook een afkoopsom betaald aan een ex-samenwoner is, zo volgt uit de wettekst, niet aftrekbaar. Volgens Eric is deze bepaling discriminerend. Op grond van het EVRM en het IVBPR verdrag is elke vorm van discriminatie verboden. Een nationale wetsbepaling die in strijd is met dit discriminatieverbod, zal dus moeten worden aangepast.

Onder de Wet IB 1964 werd nog onderscheid gemaakt tussen gehuwden en ongehuwden. Dit is op grond van het EVRM en het IVBPR ook toegestaan. Gehuwden en ongehuwden worden niet aangemerkt als (fiscaal) gelijke gevallen.

Vanaf 2001 kunnen ook ongehuwd samenwonenden kiezen voor fiscaal partnerschap. Zij worden, enkele uitzonderingen daargelaten, gelijk behandeld als gehuwden. Ook al is discriminatie op grond van internationale verdragen in dit geval toegestaan, de Nederlandse fiscus lijkt dit onderscheid nauwelijks meer te maken. Wordt er wel onderscheid gemaakt, dan heeft dit te maken met de bijzondere situatie die geldt voor gehuwden en geregistreerde partners: de gemeenschap van goederen die vaak tussen hen bestaat en de wederzijdse zorgplicht.

Omdat in Nederland fiscaal dus (bijna) geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen samenwonenden die gehuwd zijn en samenwonenden die ongehuwd zijn, is de Advocaat-Generaal van mening dat – in ieder geval met betrekking tot de afkoop van een alimentatieverplichting – vanaf 2001 geen onderscheid tussen hen mag worden gemaakt. (Bron FJA)