1. De verzekeringsnemer
  2. Zijn inwonende echtgenote;
  3. De met verzekeringsnemer in gezinsverband samenwonende personen
  4. Zijn minderjarige (pleeg of stief) kinderen ;
  5. Zijn meerderjarige ongehuwde inwonende (pleeg of stief) kinderen of voor studie uitwonend zijn;
  6. De inwonende ouders, schoonouders, grootouders; ongehuwde bloed- en aanverwanten
  7. Het huispersoneel;
  8. Minderjarige logés mits niet elders verzekerd.