Zakenpolis in een nieuw jasje

Bij slechte tijden kan het voor een Directeur grootaandeelhouder (DGA) interessant zijn het (in zijn eigen BV) opgebouwde pensioenkapitaal af te storten bij een verzekeraar. Op een dergelijke pensioenpolis wordt dan een pensioenclausule geplaatst zodat deze beter beschermd is bij faillissement.

Er is echter een alternatief met voordelen en nadelen. Wanneer expliciet veiligstellen niet noodzakelijk is, kan de belegging geheel of gedeeltelijk ondergebracht worden in een zakenpolis. De waarde van deze zakenpolis wordt geactiveerd op de balans van de BV. Komen er slechtere financiële tijden dan kan die zakenpolis veelal eenvoudig worden voorzien van een pensioenclausule waarmee deze weer onder de werkingssfeer valt van de PensioenWet.

De zakenpolis valt weliswaar niet onder de werkingssfeer maar met een pandakte kan het risico bij faillissement worden geminimaliseerd. Wilt u meer informatie over deze bijzondere oplossing voor de pensioensituatie van DGA’s, lees dan even het doorwrochte stuk van Nationale-Nederlanden hieronder.

  1. Wilt u een voorbeeld berekening van een zakenpolis zoek dan even contact met ons.
  2. Wilt u de nieuwste pandakte, stuur ons dan even een emailtje met in het onderwerpveld “Zakenpolis pandakte“.


Inleiding
Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) heeft in tegenstelling tot de meeste gewone werknemers de mogelijkheid pensioen op te bouwen in een eigen BV. De praktijk duidt dit aan als het voeren van eigen beheer. Het is mogelijk dat de eigen BV de uitvoering van de pensioenverplichting in eigen beheer houdt en voor het afdekken van deze verplichting een verzekering aangaat. Deze verzekering wordt door Nationale-Nederlanden aangeduid als een zakenpolis. De eigen BV treedt hierbij op als
verzekeringnemer en begunstigde. De DGA wordt (veelal) als verzekerde op deze zakenpolis opgenomen. Met de uitkering uit deze zakenpolis kan de eigen BV voldoen aan de verplichtingen voortvloeiende uit de pensioenovereenkomst. Zeker na invoering van de Pensioenwet is het van belang na te gaan of en in hoeverre een pensioenaanspraak in het geval van een faillissement beschermd kan worden. Ondanks dat er sprake is van het voeren van eigen beheer biedt een zakenpolis hier
mogelijkheden toe.

Ten slotte kan de zakenpolis ervoor zorgen dat de BV aan diens verplichtingen kan voldoen, zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van een overeengekomen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Voor betrokken accountant en/of belastingadviseur kan het zo ook een middel zijn om aan diens zorgplichten te voldoen richting zijn klant de BV en DGA, terwijl de BV de verplichtingen uit de pensioenovereenkomst nog wel in eigen beheer houdt. Hierna wordt ingegaan op
een aantal mogelijkheden die er zijn om met een zakenpolis de pensioenverplichting in eigen beheer zeker te stellen. Allereerst zal kort worden ingegaan op de fiscale gevolgen van het in eigen beheer houden van het pensioen en het sluiten van de zakenpolis.

Aspecten van een pensioentoezegging in eigen beheer

Als de DGA gebruik maakt van de mogelijkheid pensioen op te bouwen in de eigen BV kan het volgende beeld worden geschetst. Op enig moment gedurende het dienstverband sluiten de BV en de directeurgrootaandeelhouder een pensioenovereenkomst. Op grond van de pensioenovereenkomst heeft de eigen BV een verplichting op zich genomen, welke verplichting op de balans wordt gepassiveerd. In de opbouwfase wordt de jaarlijkse dotatie toegevoegd aan de voorziening. De dotaties aan de voorziening kunnen ten laste van de winst van de BV worden gebracht. In de uitkeringsfase worden de
pensioenuitkeringen ten laste van de winst gebracht. De waardedaling van de voorziening valt vrij in de winst.

Aspecten van een zakenpolis

De BV is verzekeringnemer en de waarde van de zakenpolis dient op de balans geactiveerd te worden. Stijgt de waarde van de zakenpolis dan vormt deze waardestijging winst. Een waardedaling kan ten laste van de winst worden gebracht. Strikt genomen is de premie die wordt betaald voor de zakenpolis aftrekbaar van de winst. Aangezien de zakenpolis veelal ten minste op kostprijs gewaardeerd wordt, leidt de aftrekbare premiebetaling tot een waardestijging van tenminste gelijke omvang, zodat er per saldo geen aftrek op de winst plaatsvindt. De waardering van een zakenpolis is afhankelijk van de verzekeringsvorm en de keuze tussen een verzekering op beleggingsbasis of een ’traditionele’ euroverzekering. Als er sprake is van een zakenpolis op beleggingsbasis kan hiermee een aanzienlijk voordeel worden behaald. De zakenpolis mag dan in beginsel namelijk gewaardeerd worden tegen de kostprijs (of lagere beurswaarde). Bij een waardestijging van de onderliggende aandelen heeft de waardering tegen kostprijs tot gevolg dat er geen winst genomen hoeft te worden. Eerst zodra de verzekering tot uitkering komt, dient over de waardestijging afgerekend te worden. Zo kan gedurende een (lange) periode uitstel van belastingheffingworden gerealiseerd. Uitstel van belastingheffing kan uiteraard ook worden gerealiseerd indien rechtstreeks in aandelen(fondsen) wordt belegd. Deze beleggingen mogen namelijk ook gewaardeerd worden tegen kostprijs of lagere beurskoers. Echter, bij het tussentijds wijzigen van aandelen(fondsen)moet over de op dat moment gerealiseerde winst belasting worden betaald. Als bij de zakenpolis tussentijdse fondswijziging plaatsvindt, volgt er geen belastingheffing. Er is op dat moment namelijk geen uitkering uit de verzekering.

noot 1 De boekhoudkundig meest zuivere methode is dat de pensioenuitkering in mindering wordt gebracht op de verplichting aan het begin van het jaar (en niet ten laste van de winst) en dat er vervolgens een actuariële oprenting plaatsvindt ter bepaling van de verplichting op het eind van het jaar. Deze actuariële oprenting kan ten laste van de winst worden geboekt. Per saldo leidt dit tot dezelfde last. De actuariële oprenting is namelijk exact gelijk aan het verschil tussen de vrijval van de pensioenverplichting en de grootte van de pensioenuitkering.

Mogelijkheden
Met de zakenpolis zijn er talloze mogelijkheden om (pensioen)verplichtingen die de BV is aangegaan af te dekken. Hierna zullen enkele van deze mogelijkheden worden geschetst.

Opbouwfase
De zakenpolis kan gesloten worden om een kapitaal op te bouwen in de BV waarmee de toekomstige pensioenuitkeringen kunnen worden voldaan. Op het moment dat de pensioenuitkeringen ingaan, komt de zakenpolis tot uitkering. Met deze uitkering kunnen de termijnen worden betaald. Uiteraard is het ook mogelijk om de pensioenverplichting onder te brengen bij een professionele verzekeraar. De uitkering uit de zakenpolis kan dan worden benut voor het storten van de koopsom bij de professionele verzekeraar. Het belangrijkste voordeel van het in eigen beheer houden van de verplichtingen uit een
pensioenovereenkomst is dat er geen gelden worden onttrokken uit de BV. Er kan meer geïnvesteerd worden in de ondernemingsactiviteiten. Als er middelen worden benut voor een zakenpolis kunnen deze niet worden geïnvesteerd in de onderneming. De zakenpolis zal dus alleen gesloten kunnen worden indien er voldoende liquiditeiten in de BV aanwezig zijn. Het is hierbij overigens van groot belang de DGA er op te wijzen dat er voldoende middelen beschikbaar dienen te zijn om de pensioentoezegging na te komen. De DGA mag immers niet afzien van het hem toegezegde pensioen. Hoe eerder er
liquiditeiten vrij worden gemaakt hoe makkelijker de pensioentoezegging te zijner tijd nagekomen kan worden.
Uitkeringsfase
In de praktijk komt de zakenpolis ter afdekking van de pensioenverplichting in de uitkeringsfase regelmatig voor. Hieronder worden de twee meest voorkomende situaties geschetst.

Situatie 1
De BV sluit (tegen koopsom) een direct ingaande periodieke uitkering voor een beperkte duur. Deze
periodieke uitkering vormt bij de BV inkomen waarmee de pensioenverplichting voor de duur van de
verzekering wordt afgedekt. De door de BV ontvangen uitkering valt in de winst, de door de BV betaalde
pensioenuitkering is aftrekbaar. De waarde van de reeds ingegane periodieke uitkering neemt af. Deze
afname vermindert de winst. De waardedaling van de pensioenverplichting in eigen beheer valt vrij in de
winst (zie noot 1). Per saldo kan een en ander tegen elkaar wegvallen.
Daarnaast sluit de BV een kapitaalverzekering welke tot uitkering komt als de termijnen van de
periodieke uitkering eindigen. Met deze uitkering kan de BV wederom een direct ingaande periodieke
uitkering bedingen.
Aan deze constructie is een aantal voordelen verbonden:
a.) er kan geanticipeerd worden op een gunstiger tarief voor periodieke uitkeringen in de toekomst;
b.) het liquiditeitsbeslag op de BV kan worden beperkt terwijl de BV toch een bepaalde zekerheid
heeft dat de pensioentermijnen aan de DGA betaald kunnen worden; en
c.) uitstel van belastingheffing kan worden gerealiseerd over koerswinsten als er sprake is van een
kapitaalverzekering op beleggingsbasis.
Ad a.
Indien naar verwachting de tarieven voor een direct ingaande periodieke uitkering in de toekomst gunstiger zijn, kan een periodieke uitkering met een beperkte duur worden bedongen. Het verschil in koopsom tussen een levenslange periodieke uitkering en de periodieke uitkering met beperkte duur kan worden aangewend als koopsom voor een kapitaalverzekering. De uitkering uit de kapitaalverzekering kan te zijner tijd worden gebruikt voor een direct ingaande periodieke uitkering waarvan de termijnen wellicht hoger zijn dan de termijnen van de eerste periodieke uitkering.
Het is uiteraard ook mogelijk, in plaats van termijnen ten behoeve van de BV, pensioentermijnen ten behoeve van de pensioengerechtigde bij een verzekeraar te bedingen. Ook deze termijnen kunnen voor een beperkte duur worden bedongen. Het restant kan dan in eigen beheer worden gehouden.
Als de BV na afloop van de hiervoor bedoelde beperkte duur een periodieke uitkering gaat bedingen met dezelfde hoogte van de (pensioen)termijnen zou de uitkering uit de kapitaalverzekering hoger kunnenzijn dan de benodigde koopsom. Het meerdere zou opnieuw belegd kunnen worden in de BV.
Ad b.
Als de pensioentoezegging geheel ondergebracht zou worden bij een verzekeringsmaatschappij dient hiervoor een (forse) koopsom gestort te worden. Het is de vraag of de BV deze koopsom kan voldoen. In de situatie zoals hiervoor geschetst, bedraagt de koopsom voor de direct ingaande periodieke uitkering met beperkte duur een stuk minder. De omvang van de koopsom zou zelfs kunnen worden afgestemd op de liquiditeitspositie van de BV. De kapitaalverzekering waarmee de in de toekomst te bedingen periodieke uitkering wordt gefinancierd, kan tegen premiebetaling worden gesloten. De premies kunnen
dan jaarlijks uit de lopende inkomsten van de BV worden voldaan.
Ad c.
De waardering van een kapitaalverzekering op beleggingsbasis vindt in de regel plaats tegen kostprijs.
Koersstijgingen hoeven niet in de winst van de BV te worden verantwoord. Ook niet als binnen de verzekering de fondsverdeling is gewijzigd. Als rechtstreeks in fondsen of in aandelen wordt belegd, wordt de (koers)winst behaald bij het wijzigen van de fondsen c.q. aandelen daarentegen wel in de (belaste) winst verantwoord. De belastingheffing over de waardeaangroei van de verzekering vindt pas plaats op het moment van de uitkering. De winst bestaat uit de uitkering verminderd met de boekwaarde van de verzekering.

Situatie 2
De BV sluit (tegen koopsom) een direct ingaande periodieke uitkering op beleggingsbasis voor een beperkte duur. Deze periodieke uitkering vormt bij de BV inkomen waarmee de pensioenverplichting voor de duur van de verzekering wordt afgedekt. De door de BV ontvangen uitkering valt in de winst, de door de BV betaalde pensioenuitkering is aftrekbaar. De waardedaling van de verzekering vormt voor de BV een aftrekpost. De waardedaling van de pensioenverplichting vormt een vrijval in de winst (zie noot 1). Per saldo kan een en ander tegen elkaar wegvallen.
Daarnaast sluit de BV een kapitaalverzekering op beleggingsbasis welke tot uitkering komt als de termijnen van de periodieke uitkering eindigen. Met deze uitkering kan de BV wederom een direct ingaande periodieke uitkering (op beleggingsbasis) bedingen.
Het voordeel ten opzichte van situatie 1. is dat ook in de uitkeringsfase van de eerste periodieke uitkering geprofiteerd kan worden van een stijging van de beurskoersen. De BV ontvangt dan een hogere uitkering uit de periodieke uitkering op beleggingsbasis terwijl de pensioenverplichting gelijk blijft. Dit brengt met zich dat de BV per saldo een hogere winst zal behalen.
Uiteraard zijn er (vele) variaties mogelijk op de hiervoor geschetste situaties, waarmee voor diverse situaties een oplossing gecreëerd kan worden.

De zakenpolis en faillissement
Vanzelfsprekend is het van belang voor de directeur-grootaandeelhouder in diens hoedanigheid van pensioengerechtigde, dat hij of zij daadwerkelijk pensioenuitkeringen zal gaan krijgen. Een zakenpolis is een activum van de BV die optreedt als pensioenverzekeraar of in ieder geval als financier van de pensioenen. Normaal gesproken zal dit activum net als de andere bezittingen van de BV dan ook te gelde gemaakt kunnen worden door de curator. Anders dan een volledig verzekerde pensioenregeling waarvan de directeur-grootaandeelhouder verzekeringnemer is, valt een zakenpolis dan ook in het
faillissement van de BV. Toch kan de zakenpolis wel degelijk gebruikt worden in het kader van faillissementsbescherming. De directeur-grootaandeelhouder heeft van de BV wat te vorderen, namelijk pensioen. In verband met deze vordering wordt de zakenpolis aan de directeurgrootaandeelhouder verpand. Voorts spreken directeur-grootaandeelhouder en BV af dat de directeurgrootaandeelhouder het recht heeft van de BV te vorderen dat de zakenpolis op diens verzoek wordt omgezet in een pensioenverzekering. Mocht de BV failliet gaan dan kan de directeurgrootaandeelhouder van de curator vorderen dat deze meewerkt aan de omzetting van de zakenpolis in een pensioenverzekering (uiteraard slechts voorzover de directeur-grootaandeelhouder eenpensioenvordering heeft op de BV).

Tot slot
Ten opzichte van het beleggen in ‘losse fondsen’ biedt de zakenpolis naast het reeds eerder genoemde voordeel van uitstel van belastingheffing over het rendement nog meer voordelen. Bij de zakenpolis kan het beleggen van de gelden gecombineerd worden met een risicoverzekering ter financiering van het nabestaandenpensioen.

Daarnaast kan er sprake zijn van een zogenoemde ASdekking. Deze dekking zorgt voor een vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Op
deze wijze wordt ondanks de arbeidsongeschiktheid de financiering ten behoeve van de pensioentermijnen veiliggesteld. De voortgezette pensioenopbouw dient wel in het pensioenreglement te worden vastgelegd. De AS-dekking speelt uiteraard alleen een rol in de opbouwfase. Tenslotte kan de zakenpolis ondanks dat het een activum is van de BV toch een belangrijke rol spelen bij de bescherming van de pensioenaanspraken van de DGA als de BV onverhoopt failliet zou gaan. (bron FJA NN)