Beperk de AOW-opbouw.

Grijze harenAl vele jaren probeer ik oplossingen aan te dragen om de hoge kosten van de AOW in de hand te houden. Er zijn namelijk drastische maatregelen nodig om de kosten door de lawine van grijze haren onder controle te houden. Elk fris nieuw idee is dus welkom.

Eén mogelijkheid; beperk de AOW opbouw met 2% per jaar als iemand in de derde belastingschijf of hoger zit.

De pijn is acceptabel. Het pensioengebouw blijft overeind staan. Het is ook nog administratief eenvoudig te realiseren. Het lijkt te mooi om waar te zijn.

Hieronder staat een uitwerking van een mogelijk scenario om de kosten in de hand te houden en een meer rechtvaardig systeem op te zetten.

In 2040 is meer dan 45% van de volwassenen 65 jaar of ouder. Er is dus geen enkele kans dat de AOW in de toekomst dan nog “gewoon” zonder voorwaarden wordt uitgekeerd. Het doek valt dan voor de AOW zonder kans op reparatie of correctie. Middelen zoals het trachten te verhogen van de arbeidsparticipatie en het opbouwen van een Spaarfonds ten spijt. Zoveel 65-plussers in 2040 houdt geen enkele samenleving financieel vol. Een bijkomende complicatie is dat 65-plussers ook steeds langer leven…. Dus ook steeds langer AOW uitgekeerd krijgen.

De structurele oplossing moet dus de komende jaren worden gevonden. Ik hoop met een bijdrage een mogelijke oplossing aan te dragen. Het uitgangspunt van dit idee is dat juist het “Algemene” van de Algemene Ouderdoms Wet, waarbij iedereen hetzelfde bedrag krijgt, voor de huidige en komende financiële problemen zorgt. Solidariteit kan immers alleen “verkocht” worden aan de huidige generatie als het gebaseerd is op acceptabele grondbeginselen. Iedereen zo maar een uitkering geven vanaf 65 jaar is geen redelijk grondbeginsel.

Een oplossing.

Beperk de AOW-opbouw zodra iemand een belastbaar inkomen heeft van meer dan € 30.359,-.
Zodra in een jaar het belastbare inkomen hoger is dan deze grens vindt er geen AOW opbouw over dat jaar plaats geen AOW-opbouw. Praktisch betekent dit een korting van 2% op de toekomstige AOW. Immers de AOW wordt in 50 jaar opgebouwd. Heeft iemand gedurende zijn leven 20 vette jaren gehad dan resulteert dat in een AOW op een 60% niveau. (100% – 20 jaar á 2%).

De gevolgen.

Er zal een stevige AOW breuk worden opgebouwd indien gedurende lange tijd het inkomen substantieel boven de eerste twee belastingschijven uitlkomt. Maar deze hogere inkomens kunnen er vervolgens voor kiezen zelf die inkomstendaling vanaf 65 jaar op te vangen.

Voor premieheffing

De kosten die zij moeten maken voor een extra pensioenopbouw zullen door de jaren heen gedeeltelijk worden goedgemaakt door een meer beperkte stijging (of zelfs daling) van de AOW-premieheffing in de eerste twee schijven.

Voor pensioen

De lagere AOW wordt gecompenseerd door een stijging van de pensioenrechten. Door de daling van de AOW-inbouw in pensioenregelingen zal voor deze inkomens een hoger pensioen bij de werkgever worden opgebouwd. De kosten hiervoor komen primair te liggen bij de werkgevers/werknemers doordat de pensioengrondslag stijgt. De vakbonden kunnen met werkgevers afspraken maken over de kostenverdeling.

Voor lijfrente

Aangezien ook bij lijfrenteaftrek rekening wordt gehouden met (de lagere) AOW-inbouw zal er meer fiscale aftrek ontstaan voor mogelijke individuele pensioenopbouw.

Het zal niet lastig zijn mensen met een belastbaar inkomen van € 30.359,- te vragen deze solidariteit op te brengen. Uit alle onderzoeken (zie verderop in de nieuwsbrief) blijkt dat de meesten er toch al niet geloofden dat ze een (volledige) AOW zouden krijgen. De bovengenoemde individuele compensaties zorgen ervoor dat de pil goed verteerbaar is.

Verschuiving naar pensioen

Wel lastig verteerbaar is het dat degene met een belastbaar inkomen beneden de € 30.359,- maar wel met een fors vermogen in deze variatie hun volledige AOW-aanspraak behouden. Dat ook hiervoor grenzen moeten worden vastgesteld, lijkt mij alleszins redelijk.

De voordelen

De huidige AOW kan na deze stelselwijziging fatsoenlijk welvaartsvast geïndexeerd worden en beschikbaar blijven als basisvoorziening voor het overgrote deel van de Nederlanders. De kostbare levensloop kan gebruikt worden voor een echt levensloop instrument en niet als (politiek) instrument om de VUT- en prépensioenmaatregelen te compenseren. De financiële voordelen van de afschaffing van deze regelingen worden overigens toch al betwijfeld.
De onzekere AOW wordt geleidelijk vervangen door op kapitaalbasis gebaseerde, pensioenregeling. Juist ons Nederlandse kapitaalstelsel via haar 2e (pensioen) en 3e (lijfrente)verdieping is de grote kracht van dit pensioengebouw. Niet voor niets heeft men er destijds voor gekozen het AOW-Spaarfonds op kapitaalbasis op te zetten.

Slot

De verplichte opbouw van een AOW-uitkering voor een groep Nederlanders komt te vervallen. Theoretisch zou het kunnen betekenen dat er mensen zijn die gedurende hun leven geen alternatieve pensioenopbouw regelen en vanaf 65 jaar niets zelf hebben gespaard en moeten aankloppen bij de Bijstand. Maar de kans dat iemand op 65 jaar helemaal niets heeft gespaard, schat ik verwaarloosbaar klein in.

De financiële druk op de jongere generatie zou hiermee weg kunnen worden genomen. Het huidige systeem van 3 verdiepingen in het pensioengebouw kan dan nog vele decennia gehandhaafd blijven. En het komende generatieconflict over de betaalbaarheid voor regelingen van andere generaties wordt vermeden.