Overlijden van een werknemer

Een werkgever heeft, bij overlijden van een werknemer, altijd een aantal financiële verplichtingen. Het belangrijkste is dat de nabestaanden moeten worden afgerekend. De volgende verplichtingen rusten op de werkgever:

 

  1. Het loon over de dagen dat er die maand nog gewerkt zijn, moet worden betaald.
  2. Dat geldt ook voor de niet opgenomen vakantiedagen en het nog niet uitbetaalde vakantiegeld.
  3. Bijzondere uren, overwerk en provisie.
  4. Een overlijdensuitkering op grond van het Burgerlijk Wetboek. Die is bedoeld om de bijzondere kosten die samenhangen met het overlijden te dekken. Die uitkering moet minimaal het loon van een volle maand bedragen. Dus bij overlijden op 26 mei moet de uitkering lopen tot 26 juni. In sommige CAO’s zijn hogere uitkering verplicht. Deze uitkering is bestemd voor de partner waarmee de werknemer samenwoonde of aan de minderjarige kinderen. Die overlijdensuitkering is maximaal driemaal het maandloon. Gelukkig is er geen loonbelasting over verschuldigd.
  5. De fiscus maakt het mogelijk ook een fraai gebaar te maken in de vorm van een belastingvrije uitkering, als de partner (of een kind) van uw werknemer overlijdt.

Dat alles kan een collectieve ongevallenverzekering rechtvaardigen. Die keert echter alleen uit bij overlijden door een ongeval. In de meeste gevallen zal echter het overlijden door medische redenen veroorzaakt worden.