Nationale-Nederlanden verbiedt afstandsverklaringen

Vele malen eerder schreef ik over de grote gevaren voor werkgevers als zij accepteren dat werknemers niet deelnemen aan een collectieve pensioenregeling. Uit onverwachte hoek wordt het gebruik van de afstandsverklaring definitief praktisch onmogelijk gemaakt. De Nederlands Bank eist namelijk van Nationale-Nederlanden, en dus ook van alle andere pensioenverzekeraars, dat zij altijd moeten uitkeren. Zelfs als zij niet op de hoogte zijn van het bestaan van de desbetreffende medewerker. De verantwoordelijkheid ligt volledig bij de pensioenverzekeraars. Zij mogen de schade uiteraard wel verhalen op de werkgever.

De verzekeraar neemt daarom de verstrekkende stap afstandsverklaringen te verbieden. Alleen gemoedsbezwaarden, directie en buitenlanders mogen nog onder strikte voorwaarden worden uitgesloten van een pensioenregeling.

Ik vind dit een goede steun in de rug voor zowel de werkgever als de adviseur om werknemers duidelijkheid te geven. De deur stond op een kier door een krakkemikkige afstandsverklaring. Dat stuk papier is nu verwijderd en daarmee valt de deur in het slot. Alleen met drie bijzondere sleutels kan de deur nog open. Deze opstelling is het requiem voor de ouderwetse afstandsverklaring want elke werkgever zal wel drie keer uitkijken om zo’n afstandsverklaring nog te accepteren van een werknemer.

Ook zullen de verzekeraars extra scherp gaan toezien op het doorgeven van de juiste salarismutaties en parttime percentages. Want ook hiervoor geldt dat de verantwoordelijkheid v.w.b. de pensioenconsequenties bij de pensioenverzekeraars is gelegd.

Vraag onze nieuwe afstandsverklaringen op via info – at – doorneweerd.nl

Hieronder het bericht van Nationale-Nederlanden

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft Nationale-Nederlanden verplicht om bij collectieve pensioenregelingen de pensioenen van niet aangemelde werknemers of niet doorgegeven mutaties (bijvoorbeeld salarisverhogingen) in verzekering te nemen. Volgens DNB is Nationale-Nederlanden verantwoordelijk voor deze pensioenen ook al zijn deze (nog) niet door de werkgever verzekerd en gefinancierd. Het standpunt van DNB is een interpretatie van artikel 5 van de Pensioenwet (PW). Nationale-Nederlanden heeft wel een verhaalsrecht op de werkgever als deze heeft verzuimd een pensioen te verzekeren. DNB heeft dit standpunt op 13 maart 2012 meegedeeld. Artikel 5 PW heeft tot gevolg dat Nationale-Nederlanden grote risico’s gaat lopen als werkgevers met werknemers regelen dat afstand wordt gedaan van deelname in de pensioenregeling. Nationale-Nederlanden heeft daarom de regels over het gebruik van afstandsverklaringen aangescherpt.

Uitgangspunt beleid Nationale-Nederlanden/ juridische opzet uitvoeringsovereenkomst.
Nationale-Nederlanden accepteert in principe niet dat afstand wordt gedaan van deelname in de pensioenregeling. In de uitvoeringsovereenkomst is opgenomen dat de werkgever verplicht is om alle werknemers ter verzekering aan te bieden die onder de deelnemersomschrijving van het pensioenreglement vallen. De werkgever verbindt zich om met alle betreffende werknemers pensioenovereenkomsten te sluiten. In de uitvoeringsovereenkomst is tevens opgenomen dat een afwijking op de pensioenregeling (hieronder valt ook afstand van deelname) alleen mogelijk is als Nationale-Nederlanden hiermee uitdrukkelijk heeft ingestemd. De hier beschreven juridische opzet van de uitvoeringsovereenkomst wijzigt niet. Deze opzet is in feite al van kracht sinds de inwerkingtreding van de Pensioenwet. Ook vóór de inwerkingtreding van de Pensioenwet nam Nationale-Nederlanden al een ongeclausuleerde aanbiedingsplicht van de werkgever in de verzekeringsovereenkomsten op.

Uitzonderingen op het aangescherpte beleid
Nationale-Nederlanden accepteert onder strikte voorwaarden dat het voor een drietal categorieën mogelijk is om niet deel te nemen in de pensioenregeling alhoewel de betreffende werknemer wel valt onder de deelnemersomschrijving in het pensioenreglement. Alleen voor de eerste twee categorieën kan gebruik worden gemaakt van een eenzijdige afstandsverklaring

  1. Gemoedsbezwaarden. Nederland kent een groep mensen die bezwaren heeft tegen elke vorm van verzekeren. Deze groep kan ontheffing krijgen van de verplichte sociale verzekeringen. Daarvoor moet men door de SVB officieel erkend worden als gemoedsbezwaarde. Als voorwaarde voor instemming met afstand van deelname in de pensioenregeling stelt Nationale-Nederlanden naast ontvangst van de getekende afstandsverklaring (format Nationale-Nederlanden) de voorwaarde dat de werkgever en de werknemer vooraf aantonen dat door de SVB een erkenning als gemoedsbezwaarde is afgegeven en de betrokken werknemer gebruik maakt van de Regeling premievervangende loonbelasting. De gemoedsbezwaarde betaalt hierbij een vervangende belasting die op een spaarrekening bij de overheid wordt gestort. Uit deze spaarregeling krijgt een gemoedsbezwaarde vanaf pensioendatum een vergoeding (in plaats van AOW) totdat het geld op is.
  2. Buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werkzaam zijn en die al in het buitenland pensioen opbouwen. Naast de getekende afstandsverklaring (format Nationale-Nederlanden) stelt Nationale-Nederlanden als voorwaarde dat vooraf de volgende verklaring wordt overlegd. Verklaring van een buitenlandse instelling dat de betrokken werknemer over de periode van arbeid in Nederland een pensioen in het buitenland opbouwt (dat qua voorziening vergelijkbaar is als de Nederlandse pensioenregeling). Als zo’n verklaring niet mogelijk is, kan worden volstaan met een verklaring van de buitenlandse werkgever dat de betrokken werknemer over de periode van arbeid in Nederland een pensioen in het buitenland opbouwt (dat qua voorziening vergelijkbaar is als de Nederlandse pensioenregeling).
  3. In dienst tredende directieleden die bij indiensttreding afwijkende arbeidsvoorwaarden afspreken. Het is mogelijk dat een directeur die vanuit buiten het bedrijf wordt aangetrokken, in de onderhandeling over zijn arbeidsvoorwaarden bedingt dat hij niet in de pensioenregeling wordt opgenomen. Er is dan geen sprake van eenzijdig afzien van pensioen (zoals in de categorieën 1 en 2) maar van een wederzijdse afspraak tussen werkgever en werknemer in de arbeidsovereenkomst. Er kan daarom niet een eenzijdige afstandsverklaring worden getekend. Nationale-Nederlanden stelt voor deze categorie de volgende extra voorwaarden: Er is sprake van indiensttreding in een directeursfunctie en de functie bij indiensttreding en de afwijkende pensioenaanspraken blijken uit de arbeidsovereenkomst die vooraf aan Nationale-Nederlanden overlegd wordt.

Hoe te handelen als achteraf blijkt dat het niet deelnemen niet vooraf aan Nationale-Nederlanden is gemeld en er achteraf een artikel 5 PW claim binnenkomt?
Als een werknemer schriftelijk afstand heeft gedaan of in de arbeidsovereenkomst van deelname heeft afgezien, is geen pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer tot stand gekomen. Alhoewel de werkgever een aanbiedingsplicht heeft, valt te betwijfelen of een vordering van Nationale-Nederlanden dat de werkgever het pensioen alsnog moet verzekeren met succes kan worden afgerond. Er bestaat een grote kans dat een rechter de vordering van Nationale-Nederlanden op de werkgever ongegrond verklaard omdat tussen werkgever en werknemer geen pensioenovereenkomst tot stand is gekomen.

In dit soort gevallen wordt daarom gekozen voor het volgende beleid: als de werkgever achteraf schriftelijk kan aantonen dat een werknemer afstand heeft gedaan of in geval van een niet deelnemende directeur achteraf schriftelijk kan worden aangetoond dat niet-deelname is overeengekomen, zal Nationale-Nederlanden de artikel 5 PW claim van de werknemer (of de partner van de werknemer) afwijzen. In de gevallen dat de werkgever dit niet schriftelijk kan aantonen, zal de artikel 5 claim van de werknemer moeten worden toegekend en zal Nationale-Nederlanden de schade verhalen op de werkgever.