Dan verkoop je toch gewoon de boot.

Negatieve nalatenschappen en levensverzekeringen
De kredietcrisis zal ongetwijfeld ook effect hebben (gehad) op nalatenschappen van de erflaters. Bijvoorbeeld: door de dalende huizenmarkt moet het huis voor een lager bedrag worden verkocht dan waarvoor destijds de hypotheek is afgesloten. Hierdoor kan het zomaar gebeuren, dat de schulden de baten van de nalatenschap overtreffen, waardoor de nalatenschap negatief wordt.

De vraag is of een door de erfgenaam verworpen (negatieve) nalatenschap ook gevolgen heeft voor de erfgenaam, die begunstigde is voor een (lijfrente)uitkering uit de bestaande levensverzekering.

De vraag is niet zomaar te beantwoorden. Enig onderzoek is daarvoor zeker nodig. Wees daarbij ook nog eens extra attent op het grote verschil tussen banksparen en lijfrentesparen.

Echtgeno(o)t(e) of kind(eren) is/zijn de begunstigde(n)
Bij een uitkering uit een levensverzekering is er sprake van een zelfstandig recht op de uitkering. Dit houdt in dat de begunstigde de uitkering uit de verzekering buiten de nalatenschap om verkrijgt.
In dit artikel wordt ervan uitgegaan dat de verzekeringnemer tevens de verzekerde is. Bij zijn overlijden laat hij een vrouw en kinderen achter.
In de meeste gevallen is er sprake van een standaardbegunstiging. Hierdoor zal de echtgenote van de verzekeringnemer de eerstvolgende begunstigde zijn voor de uitkering. De echtgenote hoeft bij het ontvangen van de uitkering geen rekening te houden met de overige erfgenamen; de (lijfrente)uitkering
valt immers buiten de nalatenschap. Als de echtgenote de (negatieve) nalatenschap verwerpt, verwerpt ze hiermee niet het recht op de uitkering uit de (lijfrente)verzekering. Bovenstaande is ook van toepassing als er geen echtgenote (meer) is en de kinderen van de verzekeringnemer de begunstigden zijn voor de uitkering.

Begunstigden zijn de erfgenamen
Als de erfgenamen van de verzekeringnemer de begunstigden zijn voor de (lijfrente)uitkering, zal allereerst bekeken moeten worden wie volgens de Voorwaarden van Verzekering als erfgenamen worden aangemerkt én of aanvaarding of verwerping van de nalatenschap consequenties heeft voor het recht op de (lijfrente)uitkering. Is dit niet op grond van de Voorwaarden van Verzekering van de desbetreffende verzekeraar bepaald, dan valt men terug op wat de wet hierover regelt. De wet bepaalt dat de erfgenamen ieder voor zich de nalatenschap kunnen verwerpen en toch hun aanwijzing als begunstigde voor de uitkering kunnen aanvaarden. De erfgenaam kan de nalatenschap dus verwerpen en toch (een deel van) de uitkering ontvangen.
Het is raadzaam om eerst de Voorwaarden van Verzekering van de desbetreffende verzekeraar te raadplegen om te bezien of verwerping van de nalatenschap invloed heeft op een recht op uitkering.

Lijfrentebanksparen, lijfrenteverzekering en negatieve nalatenschap
Een verschil tussen een lijfrenteverzekering en een bancaire lijfrente is dat er bij een bancaire lijfrente geen zelfstandig recht op de uitkering bestaat en de lijfrenteuitkering te allen tijde in de (negatieve) nalatenschap valt. Als de erfgenamen (waaronder ook de echtgenote en de kinderen van verzekeringnemer) dus de nalatenschap verwerpen, verwerpen zij daarmee ook de bancaire lijfrenteuitkering.

In geval van een negatieve nalatenschap is een lijfrenteverzekering gunstiger dan een bancaire lijfrente, als de begunstigde voor de uitkering bij overlijden “de echtgenote” of “de kinderen” is/zijn. Dit omdat de nalatenschap van de verzekerde door hen verworpen kan worden en het recht op uitkering toch
behouden blijft. Als de erfgenamen van de verzekeringnemer de begunstigden zijn voor de lijfrenteverzekering, is het afhankelijk van de Voorwaarden van Verzekering van de desbetreffende verzekeraar of het verwerpen van de nalatenschap ook gevolgen heeft op het recht op uitkering.
Als de Voorwaarden van Verzekering van de desbetreffende verzekeraar niets bepalen, zal op grond van de wet een lijfrenteverzekering in ieder geval ook voor de erfgenamen gunstiger uitpakken. (bron FJA NN)