Pensioenknip; allemaal nieten bij verlenging

notebook en handenEven het geheugen verfrissen. Een pensioenknip geeft de mogelijkheid een gedeelte van het kapitaal dat beschikbaar is voor de pensioenuitkering uit te stellen in de hoop/verwachting dat later de rentestand hoger is en dus de uitkering hoger.

Al lange tijd heb ik kritiek op deze keuzemogelijkheid voor de pensioenknip. Het lost een probleem niet op maar verergert deze juist. De praktijk is dat mensen zullen moeten realiseren dat deze lage rentestand een feit is waar ze mee moeten leven. Met de pensioenknip mogelijkheid kopen ze een staatslot in de hoop dat deze op termijn uitkeert. Ik heb nog nergens een voordelige aanbieding gezien. ik heb nog nergens een verzekerde ontmoet die door uitstel er financieel beter op geworden is. En ook in een onderzoek naar de voordelen van de vorige pensioenknip bleek niemand een voordeel te hebben genoten van uitstel. Allemaal nieten.

En dus(?) trekt de karavaan door en wordt de pensioenknip verder in stand gehouden in de hoop op een zomer met hoge rentestanden en lage inflatie. Kennelijk onder druk van een paar politici en een enkele belangenorganisatie.

Na lees meer het vraag en antwoord spel over de voorwaarden. Kwalijk is daarbij dat er ook nog in de Belastingdienst tekst een mening wordt gegeven die ze niet met zekerheid kunnen onderbouwen. “De pensioenuitkeringen (zijn nu) ongunstig”. Dat is m.i. alleen het geval als er een inflatie is te verwachten.  Grappig genoeg geven ze zelf nog wel een paar extra tegenargumenten;  De extra risico’s zijn

  • het komende beleggingsrisico,
  • de ontwikkeling van de levensverwachting en
  • het gerealiseerde resultaat op sterfte.

Bijzonder bij de tekst is ook vooral het woord bijzonder. De lage rentestand wordt gezien als bijzonder en dat zou de verlenging van de pensioenknip rechtvaardigen. Best wel grappig als je bedenkt dat die lage rentestand er al zo veel jaren is. Ook zijn er nergens signalen dat deze fors zal gaan stijgen. klik hier als u meer over mijn argumentatie wilt lezen rondom de pensioenknip.

Belastingdienst pensioensite:
Inleiding
Bij expiratie van een pensioenpolis waarbij de hoogte van de pensioenuitkering niet reeds van tevoren vaststaat, moet binnen een redelijke termijn een recht op een pensioenuitkering worden aangekocht. In 
Vraag en Antwoord 10-001 is het begrip “redelijke termijn” nader ingevuld. In geval van bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de genoemde termijnen.
Door de huidige lage marktrente zijn de aankooptarieven voor een recht op pensioenuitkeringen ongunstig voor pensioengerechtigden. Het nadeel van de ongunstige aankooptarieven laat zich bovendien extra gelden omdat de hoogte van het aan te kopen recht op een levenslange vaste pensioenuitkering afhankelijk is van de tarieven op één enkel moment namelijk het conversiemoment.
De op 1 september 2016 in werking getreden Wet verbeterde premieregeling beoogt voor deze situatie een oplossing mogelijk te maken. De Wet verbeterde premieregeling biedt de pensioengerechtigden met een pensioenpolis waarbij de hoogte van de pensioenuitkering niet reeds van tevoren vaststaat de keuzemogelijkheid van een risicodragend pensioen. Als de pensioengerechtigde hiervoor kiest, varieert zijn pensioen na de pensioendatum mee met het beleggingsrisico, de ontwikkeling van de levensverwachting en het gerealiseerde resultaat op sterfte.
Vraag
Kunnen de huidige ongunstige aankooptarieven voor een recht op pensioenuitkeringen in combinatie met het invoeren van de Wet verbeterde premieregeling worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die een verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigt
Antwoord
Ja. De combinatie van de huidige ongunstige aankooptarieven voor een recht op pensioenuitkeringen en het invoeren van de Wet verbeterde premieregeling is aan te merken als een bijzondere omstandigheid die een tijdelijke termijnverlenging rechtvaardigt. Het dilemma waarvoor veel deelnemers van pensioenregelingen op basis van een premie- of kapitaalovereenkomst zich gesteld zien, is dat zij gehouden zijn om binnen de redelijke termijn een recht op een levenslange vaste pensioenuitkering aan te kopen tegen een ongunstig tarief. Dit leidt dan tot een lage levenslange pensioenuitkering.
De Wet verbeterde premieregeling beoogt oplossingen te bieden voor deze problematiek. Met de maatregelen van deze wet wordt een meer flexibele overgang van de pensioenopbouwfase naar de pensioenuitkeringsfase mogelijk gemaakt. Pensioengerechtigden zijn niet langer verplicht om hun kapitaal ineens volledig om te zetten in een vaste uitkering. Doorbeleggen van het pensioenkapitaal in de uitkeringsfase kan leiden tot een hoger pensioenresultaat en maakt het pensioen minder afhankelijk van de rentestand op de pensioeningangsdatum.
Het tijdelijk uitbreiden van de termijn voor het aankopen van een recht op een pensioenuitkering na de expiratie van een pensioenpolis kan voor deelnemers voor een soepelere overgang zorgen naar de mogelijkheden van de Wet verbeterde premieregeling.
De in Vraag en Antwoord 10-001 vermelde redelijke termijn voor het aankopen van een pensioenuitkering is in eerste instantie tijdelijk verlengd tot en met 31 december 2016. Omdat er op dit moment nog weinig verzekeringsproducten beschikbaar zijn waarmee de mogelijkheden van de Wet verbeterde premieregeling kunnen worden benut, wordt de redelijke termijn voor het aankopen van een pensioenuitkering van Vraag en Antwoord 10-001 nader verlengd tot 1 juli 2017.
 
Naast de op 1 september 2016 in werking getreden Wet verbeterde premieregeling is op 8 juli 2015 de regeling Pensioenknip opnieuw in werking getreden (zie Handreiking tijdelijke pensioenknip 2015 (versie 24 juli 2015)). Hiermee is het voor verzekeringnemers waarvan de redelijke termijn al was ingegaan mogelijk gemaakt om de periode tot aan inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling te overbruggen. Met de in dit Vraag en Antwoord opgenomen tijdelijke termijnverlenging wordt naast de regeling Pensioenknip een extra optie geboden voor een soepele overgang naar het regime van de Wet verbeterde premieregeling.
 
Artikel 18a, 18b, 18c en 19b Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 18a, vierde lid, artikel 18b, zesde lid, artikel 18c, vierde lid en artikel 19b, eerste lid, Wet op de loonbelasting 1964
Tijdelijke verlenging redelijke termijn voor de aankoop van een pensioenuitkering (Vraag & Antwoord 15-007 d.d. 211016)