Krappe pensioenknip

De aandeelkoersen trekken aan. Is de opbouw van het pensioen echter gebaseerd geweest op de aandeelkoersen bij pensionering zullen die werknemers nog steeds niet vrolijk zijn. Veel pensioen-euro’s zijn immers ingekocht tegen koersen die ver boven de 300 puntengrens liggen. Hun levenslange pensioen is dus afhankelijk van de koers.

Weliswaar kan niemand goed voorspellen hoe de koersen zich ontwikkelen maar een herberekening van hun pensioen over 5 jaar zou voor sommigen de gok waard zijn. Zeker als bedacht wordt dat de meeste pensioenuitkeringen gelijkblijvend zijn. Praktisch is de euro bij een inflatie van 3% over 5 jaar nog maar 85 eurocent waard. Over 10 jaar is dat 75 eurocent en over 20 jaar nog maar net de helft.

De overheid geeft hen nu met de Pensioenknip de mogelijkheid een gedeelte uit te stellen. Maar er zijn veel mitsen en maren. Lees daarom onderstaand doorwrochte artikel van het Fiscaal Juridisch Adviesbureau goed door.

Wilt u zelf eens een concrete uitwerking zien, vul even dit formulier in en vermeld bij bijzonderheden Pensioenknip. Wij werken dan deze bijzondere variatie voor u uit.

De pensioenknip

Inleiding
Werknemers met een pensioenregeling gebaseerd op een kapitaal- of premieovereenkomst kunnen op de pensioendatum worden geconfronteerd met tegenvallende pensioenresultaten als gevolg van lage beurskoersen en/of lage rentestanden voor aankoop van pensioen. Om deze tegenvallende resultaten tegen te gaan bestaat er onder de Pensioenwet de mogelijkheid om een pensioenknip toe te passen.

Bij de pensioenknip wordt op de pensioendatum niet direct het gehele beschikbare kapitaal aangewend voor een levenslange pensioenuitkering, maar wordt het pensioen in eerste instantie tijdelijk aangekocht voor een periode van maximaal 5 jaar. Het resterende pensioenkapitaal wordt uitgesteld, waarmee na afloop van de tijdelijke periode het levenslange pensioen wordt aangekocht. Hiermee kan worden gespeculeerd op stijgende beurskoersen en/of rentestanden waardoor na afloop van de tijdelijke periode mogelijk een hoger pensioen kan worden verkregen.
De exacte vorm van de pensioenknip is gebonden aan juridische en fiscale regelgeving. De juridische regelgeving is nader geformuleerd in § 1.1 van de Regeling Pensioenwet. De fiscale regelgeving volgt uit de aangepaste “handreiking pensioenknip” van de Kennisgroep pensioenen.
Met dit document wordt de regelgeving rondom de pensioenknip nader toegelicht. Tevens wordt de praktische uitwerking van de pensioenknip geschetst middels een rekenvoorbeeld.

De pensioenknip als tijdelijke maatregel
De mogelijkheid om met het pensioenkapitaal een geknipt pensioen aan te kopen bestaat indien de expiratiedatum van de pensioenverzekering is gelegen na 31 december 2008 en voor 1 januari 2014. Tevens mag het geëxpireerde kapitaal nog niet zijn omgezet in een levenslang pensioen.
Een structurele openstelling van de mogelijkheid om het pensioen te knippen wordt niet wenselijk geacht. Ten eerste omdat dit afbreuk zou doen aan het uitgangspunt van de Pensioenwet dat onder een ouderdomspensioen een geldelijk, vastgestelde uitkering wordt verstaan. Ten tweede omdat er alternatieven zijn waarmee het risico op een tegenvallend pensioenresultaat kan worden beperkt. Hier kan dan bijvoorbeeld worden gedacht aan het ‘life cycle’ principe waarbij het beleggingsrisico kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert.

Verplichting voor de pensioenuitvoerder
Een pensioenuitvoerder is verplicht om mee te werken aan het verzoek van een pensioengerechtigde om het pensioen te knippen, mits het expirerende pensioenkapitaal ten minste € 10.000,00 bedraagt.
Aangezien de pensioenknip extra uitvoeringskosten met zich meebrengt is het niet wenselijk om de pensioenknip op lage pensioenkapitalen toe te passen. Hiermee is overigens niet gezegd dat bij hogere pensioenkapitalen de extra uitvoeringskosten geen invloed meer zouden hebben op de uitkomsten van de pensioenknip.

Opzet van de pensioenknip
Ten aanzien van de vorm en de hoogte van de pensioenuitkeringen bij de pensioenknip zijn voorwaarden gesteld.

Tijdelijke pensioenuitkering
De tijdelijke pensioenuitkering mag een periode van maximaal 5 jaar beslaan. Het staat een pensioenuitvoerder vrij om de pensioenknip slechts voor een bepaalde duur (bijvoorbeeld 3 jaar of 5 jaar) aan te bieden. Indien er een nabestaandenpensioen is toegezegd, dan volgt dit nabestaandenpensioen de gemaakte keuze. Een geknipt ouderdomspensioen betekent dus automatisch ook een geknipt nabestaandenpensioen.
De hoogte van de tijdelijke pensioenuitkering is gelijk aan de hoogte van het pensioen indien het pensioenkapitaal op de pensioendatum direct zou zijn omgezet in een levenslang pensioen. De pensioengerechtigde dient zich derhalve te realiseren dat de pensioenknip in de eerste jaren na pensionering nog geen oplossing biedt voor de tegenvallende pensioenuitkeringen.

Hoog/laag pensioen
Als oplossing om het pensioen in de eerste jaren direct iets te verhogen, kan er worden gekozen om het pensioen in een hoog/laag variant uit te laten keren. Het levenslange pensioen dient daarbij te worden herrekend naar een pensioen in de maximale verhouding van 100:75, waarbij de duur van de hoge uitkering gelijk is aan de gekozen duur van de tijdelijke pensioenuitkering. De pensioenregeling dient uiteraard wel de mogelijkheid te bieden om het pensioen in een hoog/laag variant aan te kopen.
In theorie bestaat de mogelijkheid dat, bij fors stijgende of dalende beurskoersen of rentestanden, de pensioenuitkering na afloop van de tijdelijke periode buiten de bandbreedte van 100:75 valt. Een dergelijke overschrijding van de bandbreedte wordt toegestaan. Het zou immers niet passen binnen de gedachte van de pensioenknip om bij stijgende beurskoersen – en dientengevolge overschrijding van de bandbreedte – het pensioen als onzuiver te bestempelen.

Bij de keuze voor een hoog/laag pensioen dient de pensioengerechtigde zich te realiseren dat er voor het verzekeren van een hoger pensioen in de eerste jaren een groter deel van het totale expiratiekapitaal benodigd zal zijn, waardoor er een lager kapitaal resteert dat kan worden uitgesteld. De pensioenuitkeringen na afloop van de tijdelijke periode zullen daarmee in beginsel lager zijn dan wanneer er niet voor een hoog/laag pensioen zou zijn gekozen. Om dit verschil te compenseren zal een forse stijging van beurskoersen of rentestanden noodzakelijk zijn.

Het resterende kapitaal
Het resterende kapitaal na aankoop van het tijdelijke pensioen dient te worden uitgesteld tot de einddatum van het tijdelijke pensioen. Afhankelijk van de vorm van de pensioentoezegging zal er een kapitaal bij leven verzekerd worden (voor aankoop van het uitgestelde ouderdoms- en nabestaandenpensioen bij in leven zijn op de einddatum van de tijdelijke pensioenuitkeringen) al dan niet in combinatie met een overlijdensdekking (ter aankoop van het uitgestelde nabestaandenpensioen bij overlijden van de pensioengerechtigde tijdens de duur van de tijdelijke pensioenuitkeringen).
Als het pensioenkapitaal op beleggingsbasis was verzekerd, moet de samenstelling van de beleggingsmix vergelijkbaar of minder risicovol zijn dan voorafgaand aan de pensioenknip. Hiermee wordt specifiek voor de pensioenknip het life cycle principe losgelaten. Conform het life cycle principe moeten de risicovolle waarden omgezet moeten worden in minder risicovolle waarden naarmate de pensioendatum nadert. Indien dit principe zou worden gevolgd, kan er tijdens de knipperiode niet meer worden geprofiteerd van stijgende beurskoersen.
De levenslange pensioenuitkeringen
Uit hoofde van het resterende kapitaal dient de levenslange pensioenuitkering te worden aangekocht. Deze aankoop dient uiterlijk op de einddatum van de tijdelijke pensioenuitkering plaats te vinden. Op verzoek van de pensioengerechtigde mag het uitgestelde kapitaal ook al op een eerder moment worden omgezet in een levenslang pensioen. Daartoe kan de behoefte bestaan indien op enig moment de beurskoersen of rentestanden een dusdanig niveau bereiken dat eerdere omzetting gewenst is.
Indien de pensioengerechtigde niet zelf overgaat tot het omzetten van het resterende pensioenkapitaal in een pensioen, zal de pensioenuitvoerder deze omzetting na afloop van de uitstelperiode op eigen initiatief uitvoeren.
Waardeoverdracht
Op de pensioendatum heeft de pensioengerechtigde het recht om met het verzekerde pensioenkapitaal te shoppen. Ten aanzien van het uitgestelde pensioenkapitaal bij de pensioenknip heeft de pensioengerechtigde dit recht niet. De Pensioenwet biedt ook geen bevoegdheid voor de pensioengerechtigde om te shoppen met dit uitgestelde kapitaal. De pensioengerechtigde is ten aanzien van de aankoop van het levenslange pensioen derhalve gebonden aan de pensioenuitvoerder waarbij op de pensioendatum het geknipte pensioen is ondergebracht.

Informatie van de pensioenuitvoerder inzake de pensioenknip

De Pensioenwet bevat een scala aan informatieverplichtingen voor de pensioenuitvoerder. Specifiek ten aanzien van de pensioenknip zijn daar een aantal verplichtingen bijgekomen.
Informatie bij pensioeningang
Bij het bereiken van de pensioendatum verstrekt de pensioenuitvoerder de pensioengerechtigde een opgave van diens pensioenrecht. Daarnaast dient de pensioengerechtigde te worden gewezen op de mogelijkheid om het pensioen te knippen conform de hiervoor besproken voorwaarden.
Informatie tijdens de uitstelperiode
Gedurende de uitstelperiode van het pensioen, verstrekt de pensioenuitvoerder jaarlijks een opgave van het pensioenrecht, alsmede een opgave van de hoogte van het resterende kapitaal en het daarmee aan te kopen levenslange pensioen. Hiermee kan de pensioengerechtigde een weloverwogen keuze maken ten aanzien van het moment waarop het uitgestelde kapitaal wordt omgezet in een levenslang pensioen.
Indien in het geval van een beleggingsverzekering de pensioengerechtigde de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen, blijft de pensioenuitvoerder tijdens de uitstelperiode adviseren inzake de spreiding van de beleggingen.
Kosten
Het is de pensioenuitvoerder toegestaan om de extra kosten voor de aanvullende informatieverstrekking tijdens de uitstelperiode bij de pensioengerechtigde in rekening te brengen.
Goede advisering is belangrijk
De pensioenknip is een complex en duur pensioenproduct. Helaas bestaat er geen garantie dat bij stijgende beurskoersen of rentestanden er ook daadwerkelijk een hoger pensioen wordt verkregen. Sterker nog, bij gelijkblijvende beurskoersen of rentestanden zal het pensioen zelfs lager uitvallen dan het pensioen dat gedurende de tijdelijke periode werd uitgekeerd. De redenen hiervoor zijn de hogere uitvoeringskosten bij de pensioenknip en de verschillende actuariële grondslagen (rentestand en sterftetafels) voor tijdelijk pensioen, levenslang pensioen en uitgesteld pensioenkapitaal.
Om een goede keuze te kunnen maken zal de pensioengerechtigde een gedegen analyse van zijn of haar persoonlijke situatie moeten laten maken en alle voordelen, nadelen en risico’s van de pensioenknip in kaart moeten brengen. De pensioenadviseur is de aangewezen partij om de pensioengerechtigde hierin te adviseren.

Bron Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale-Nederlanden 2012