De theorie van waardeoverdracht ….en de praktijk

Werknemers die van baan wisselen baseren hun beslissing om wel of geen waardeoverdracht plaats te laten vinden meestal niet op inhoudelijke argumenten. Dat blijkt uit onderzoek dat de  heeft laten uitvoeren.

Bij het wisselen van baan heeft een werknemer het recht om zijn pensioenaanspraken mee te nemen van de oude pensioenuitvoerder naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Het al dan niet meenemen van het opgebouwde pensioen is een beslissing die van grote invloed kan zijn op de uiteindelijke hoogte van de te bereiken pensioenaanspraak, afhankelijk van de verschillen tussen de pensioenregelingen.

Of het verstandig is om waardeoverdracht te laten plaatsvinden, is afhankelijk van meerdere factoren. Zo kunnen de oude en de nieuwe pensioenregeling van elkaar verschillen (bijvoorbeeld een middelloonregeling of een beschikbare premieregeling). Ook verschilt het beleid bij het waardevast of welvaartsvast houden van de pensioenaanspraken. Bovendien is de persoonlijke situatie een bepalende factor bij deze keuze.

In alle gevallen geldt: Bij twijfel even pas op de plaats en ons vrijblijvend bellen

De belangrijkste reden van een werknemer om het pensioen mee te nemen naar het nieuwe pensioenfonds of naar de nieuwe pensioenverzekeraar is het overzicht dat de werknemer heeft wanneer alle pensioenaanspraken bij één pensioenuitvoerder zijn ondergebracht. Ruim driekwart van de ondervraagde baanwisselaars die kiezen voor waardeoverdracht, doet dit vooral vanuit deze praktische overweging.

Ook de werknemers die ervoor kiezen om geen waardeoverdracht te plegen doen dit zelden op basis van de kwaliteit van de pensioenregeling. De helft is helemaal niet bezig geweest met waardeoverdracht of kan het zich zelfs niet meer herinneren. Anderen (11%) gaven aan de aanspraak te laten staan vanwege de vertrouwde naam van de voormalige pensioenuitvoerder.
Werknemers dienen zich beter te realiseren wat de consequenties van het wisselen van baan voor het pensioen, en van het al dan niet laten plaatsvinden van waardeoverdracht, zijn. Door de werknemer bewust te maken van zijn eigen verantwoordelijkheid hierbij, en de informatie over waardeoverdracht nog beter af te stemmen op de behoeften van de werknemer kan de beslissing tot waardeoverdracht een meer bewuste keuze worden.

Tot die informatie behoort bijvoorbeeld

  1. de startbrief,
  2. een einde deelnemingsoverzicht,
  3. informatie over het meegroeien van het pensioen met de stijging van de prijzen en
  4. het bestaan van het recht op waardeoverdracht.

Het is een uitdaging voor de gehele pensioensector om de deelnemer in staat te stellen een weloverwogen keuze te maken over waardeoverdracht, uitgaande van die informatie waarop de deelnemer vanaf 1 januari 2008 of 1 januari 2009 wettelijk recht heeft.

De AFM houdt toezicht op de wettelijk verplicht te verstrekken informatie door pensioenuitvoerders aan (gewezen) deelnemers en gepensioneerden. Pensioenuitvoerders zijn verplicht om allerlei informatie over waardeoverdracht te verstrekken. Gezien het belang van het onderwerp voert de AFM momenteel onder andere een verkennende analyse uit naar de informatieverstrekking door pensioenuitvoerders rondom het proces van waardeoverdracht. Het thema pensioen is een speerpunt in het toezicht van de AFM in 2008.

Tussen 29 april 2008 en 13 mei 2008 heeft GfK Panelservices een representatieve steekproef van 643 personen die de afgelopen 12 maanden van baan zijn gewisseld, ondervraagd.

Meer kunt u lezen op de website van het AFM . Vergeet overigens niet te kijken naar de diverse waardeoverdracht artikelen en bijdragen van ons die u op onze website en alles wat daarmee samenhangt kunt lezen.