Zweedse pensioenen

Kunnen we leren van andere landen als het gaat om pensioen? We slaan ons geregeld trots op onze borst omdat we zo’n stabiel pensioengebouw hebben. Drie stevige pijlers. Maar de pijlers brokkelen af. De AOW-pijler is niet meer te betalen. De pensioenpijler kan de vergijzingslast nauwelijks meer dragen en de lijfrentepijler erodeert al net zo hard.

Hoe doen ze dat in bijvoorbeeld Zweden en wat zijn de voordelen? Is buurmans gras groener of moeten we onze knopen tellen en tevreden zijn met wat we hebben.

De Zweden hebben een flexibel pensioensysteem. Elke Zweed kan tussen zijn 61ste en 67ste op pensioen. Uiteraard zal men op zijn 61ste een kleiner pensioentje ontvangen dan wanneer men tot zijn 67ste werkt. Zweden kunnen ook kiezen om bv. op hun 62ste hun pensioen deeltijds op te nemen en deeltijds te blijven werken. Gemiddeld genomen werkt men in Zweden tot 63 jaar. De belastingverlaging van 22% voor het tewerkstellen van oudere werknemers en het “last in first out principe” verklaren mee waarom Zweden zolang bij hun werkgever blijven.

Men is over het algemeen geneigd om deeltijds pensioen op te nemen vanaf 61 met uitkeringen uit de tweede pijler (het aanvullend pensioen) en slechts vanaf 65 het wettelijk pensioen te cashen. En zelfs na die leeftijd kan een Zweed blijven bijverdienen. Daarmee bouwt hij ook nog eens extra pensioenrechten op. Het principe is even eenvoudig als duidelijk: je haalt uit het systeem wat je erin stak. Niet meer, maar ook niet minder.

Gezinspensioenen bestaan in Zweden niet, want men bouwt individueel rechten op. Uiteraard kan de Zweed rekenen op gelijkgestelde periodes voor zorg en het ouderschapsverlof en of men nu werkt of niet, ouders met kinderen bouwen tussen 0 en 4 jaar pensioenrechten op. Dit is een pensioenbonus die ervoor zorgt dat ook vrouwen een redelijk pensioen hebben, zij het nog steeds lager dan hun mannelijke collega’s.

En de betaalbaarheid, horen wij u denken. Ook daar hebben de Zweden aan gedacht. De bijdragen gebeuren aan 18,5% van het loon, het pensioenbedrag is gekoppeld aan een inkomensindex en er is een ruime uitbouw van de tweede pijler, nl. het aanvullend pensioen. Dit alles is betaalbaar juist omdat meer mensen werken.

En ook op het gebied van informatie kunnen wij van het Zweeds model leren. Zweden weten op elk moment precies hoeveel pensioen ze hebben opgebouwd. Daarvoor zorgt een grote jaarlijkse oranje enveloppe die elkeen ontvangt van zodra men is afgestudeerd. Voor de impact van loopbaankeuzes op hun loon en hun pensioen kunnen de Zweden al chattend of per SMS terecht bij het ministerie van sociale zekerheid.

Het Zweeds model, met de maatregelen om gezin en werk te combineren, zorgt er niet alleen voor dat meer mensen aan het werk zijn, maar houdt ze ook langer aan de slag. Dit zorgt er niet alleen voor dat de vergrijzing betaalbaar is, maar dat ook het armoedecijfer lager ligt en er meer gelijkheid is tussen mannen en vrouwen (bijna evenveel vrouwen als mannen op de arbeidsmarkt en een kleinere loonkloof). Mensen langer aan het werk houden hoeft niet gepaard te gaan met dwangmaatregelen of een grote hap uit de sociale zekerheid. Het gaat vooral om een totaalconcept, een uitgebalanceerde visie op de levensloop van mensen en een mentaliteitswijziging. Misschien moeten we voor het witboek van de pensioenen de mosterd in Stockholm halen? (bron Knack.be)