Himmelhoch jauchzend, Zum Tode betrübt

BlijBeleggingspolissen kunnen, afhankelijk van diverse factoren als looptijd en risicodekking, grote verschillen opleveren in nettorendement. Volgens het onderzoek van de AFM was in de periode tussen 1995 en 2005 de maximale netto-opbrengst 6,3% en het maximale nettoverlies 5,1%. (Bron AMweb)

Nu er een duidelijke analyse ligt, kunnen alle verzekeraars en tussenpersonen aan de slag om hun klanten verder te informeren. Daarbij zijn de factsheets van het AFM een mooi uitgangspunt vormen.

De kosten van de verzekeraar en de tussenpersoon worden daarbij overigens op één hoop gegooid en dat is dan weer jammer. Maar dat is eenvoudig op te lossen. Wij vertellen u onze provisie en inkomsten namelijk graag. Doen andere tussenpersonen dat niet dan zijn hun inkomsten desondanks eenvoudig via onze website bij provisietransparantie na te rekenen.

Dan nu de voorbeelden van

  • Himmelhoch jauchzend – beleggingsverzekeringen.
  • Zum Tode betrübt – beleggingsverzekeringen.

De verschillen in nettorendement tussen de producten zijn in de door AFM gehanteerde voorbeeldsituaties (bij 6,2% of 8% brutofondsrendement) aanzienlijk: bij hypotheekverzekeringen varieert de netto-opbrengst van 6,3% (Aegon Levensloop Hypotheek) tot 1,5% (Zwolsche Algemeene DIN Hypotheekplan).
Het Falcon Levensplan+ is de lijfrentepolis met het hoogste (6,4%) óf het laagste nettorendement (2,0%), afhankelijk van looptijd en leeftijd.

Voor algemene vermogensopbouw biedt het RVS Beursspaarplan met 6,2% het hoogste rendement, terwijl Hollands Welvaren Plus van DSB Bank 5,1% verlies oplevert volgens de AFM. Daarvoor geldt dan wel een looptijd van acht jaar en een maandelijkse inleg van € 30.

Eind 2006 was voor € 67 mld ingelegd op beleggingsverzekeringen; de actuele waarde van alle polissen tezamen was toen lager: € 49 mld.