De compensatie strijd kan beginnen

Afgelopen dinsdag leek het alsof ik alleen, samen met een tal actieve Eerste Kamerleden, mij druk maakte over de forse ingreep in ons pensioengebouw. Nergens een fatsoenlijk commentaar in de media en zelfs op Twitter bleef het voornamelijk stil.

Een beetje treurig luisterde ik uren naar een paar Eerste Kamerleden waarvan eigenlijk alleen Prof de Lange van het OSF mijn waardering kon wegdragen. Staatssecretaris Wiebes had, samen met “de mechanische” Jetta Klijnsma, een gemakkelijke avond. Wiebes ging charmant om met zijn onervarenheid en poneerde vele algemeenheden. Hij verontschuldigde zich geregeld voor het feit dat hij nog niet volledig was ingewerkt in het dossier. Ze lieten hem er mee wegkomen. De stemmen waren immers al vooraf geteld. Kat in het bakkie.

De wanhopige poging van een enkele senator om deze grote wijziging te plaatsen in een breder kader werd simpel gepareerd met de opmerking dat deze wijziging een brede toekomstvisie eind van dit jaar, niet in de weg stond.  Die bredere visie komt dus later wel. Eerst moest het pensioengebouw “toekomstbestendig” worden gemaakt. Niemand weersprak tijdens de besprekingen dat het eigenlijk toch gewoon om een budgettaire maatregel van 3 miljard ging om aan de Brusselse eisen te voldoen.

Dinsdag de 27-ste wordt de verlaging van het Witteveenkader ongetwijfeld als hamerstuk in de Eerste Kamer behandeld.

Het is daarna zeker dat de werknemersvertegenwoordigingen in de deelnemersraden en ondernemersraden de werkgevers flink onder druk gaan zetten voor de compensatie van deze pensioenverlaging. Het financiële voordeel voor werkgevers zal snel een kat in de zak blijken te zijn.