De oudejaarsloterij met een fiscale knal

De hoofdprijs van 20 miljoen winnen wil nog niet zeggen dat iemand alles maar moet slikken wat de Belastinginspecteur wil. Tenminste, dat vond de winnaar toen hij het bedrag  uitgekeerd kreeg op 4 januari 2005. De inspecteur vond dat de oudejaarsloterijprijs op 31 december werd gewonnen en handelde daarnaar. Het belaste het kapitaal in Box3 in het jaar 2004.

Hoe werkt dat. Het voordeel uit sparen en beleggen in box 3 wordt gesteld op een forfaitair rendement van 4% van het gemiddelde van de rendementsgrondslag aan het begin van het kalenderjaar en de rendementsgrondslag aan het einde van het kalenderjaar. Uiteraard boven het heffingvrije vermogen. Bij een prijs van 20 miljoen toch al snel  120.000,- euro.

De man is van mening dat een heffing over de prijs in 2004 in strijd is met het doel en de strekking van de vermogensrendementsheffing. Maar helaas. Naast de zorgen over zoveel geld krijgt hij ook nog eens geen gelijk van de rechtbank. De wetgever heeft immers voor een forfaitaire heffing (30% over 4% fictief rendement) gekozen zonder een verfijning van de regeling v.w.b. het moment van ontvangst. Dit heeft niet tot gevolg dat er ook daadwerkelijk sprake moet zijn van voordeel.

Het bovenstaande zal overigens ook gelden voor expiraties van verzekeringen die aan het einde van het jaar plaatsvinden en waarbij het kapitaal vóór de jaarwisseling op de rekening van de begunstigde is gestort.