Een zes-minnetje voor BVZ

“Doe mij die polis maar met de hoogste prognose.” Nog niet zo heel lang geleden was dat de diepste overweging van sommige consumenten om te kiezen voor belegging A of belegging B. Inmiddels heeft iedereen (ook wij) zijn/haar lesje wel geleerd.

Gedegen financieel onderwijs had veel problemen kunnen vermijden.

Dat beseft de overheid natuurlijk ook maar veel verder als een website Wijzer in Geldzaken komen ze helaas niet. Het zal nog wel een paar decennia duren voordat er op elke middelbare school het vak belasting- en verzekeringszaken (bvz) wordt gegeven.

Wij proberen er ons steentje bij bij te dragen door grondige informatie te geven. Bijvoorbeeld over beleggen. Simpelweg omdat in veel spaarverzekeringen altijd wel een beleggingselement zit. En omdat beleggen altijd wel de gemoederen blijft bezig houden, is een een handig checklijstje van bovengenoemde website niet overbodig. 15 nuttige punten.

  1. Met beleggen kun je meer geld verdienen dan met sparen. Maar met beleggen kun je ook meer geld verliezen. Met sparen niet; spaargeld blijft van jou. De waarde van beleggingen kan stijgen en dalen. Met beleggen neem je dus altijd een financieel risico.
  2. Beleg nooit in beleggingsproduct dat je niet goed begrijpt. Word bijvoorbeeld lid van een beleggingsclub. Daar kun je ervaringen en informatie uitwisselen met andere beleggers (NCVB). De Nederlandse Centrale Vereniging van Beleggingsclubs biedt ook cursussen aan voor beleggers.
  3. Zoek altijd uit of de aanbieder van het product onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Kijk ook of de aanbieder een vergunning heeft.
  4. Beleggen kun je doen bij je bank. De bank vraagt je altijd eerst een vragenlijst in te vullen om je risicoprofiel vast te stellen. Dat is een beschrijving van je persoonlijke situatie. Enkele typische vragen zijn: voor hoelang wil je beleggen? Welke risico’s wil je nemen? Kun je omgaan met de financiële risico’s? Raak je niet in de problemen wanneer het mis gaat? Als je risicoprofiel klaar is, kiest de bank samen met jou hoe en waarin je wilt beleggen. Kijk altijd goed of je risicoprofiel klopt.
  5. Vraag aan je beleggingsadviseur, financieel adviseur of vermogensbeheerder, of hij ingeschreven is bij het Dutch Securities Institute. Als dat zo is, weet je dat je bijvoorbeeld dat je adviseur een bepaalde opleiding heeft en zich aan bepaalde regels dient te houden.
  6. Beleggen doe je voor langere tijd. Beleggen heeft alleen maar zin als je het geld minstens vijf jaar niet nodig hebt.
  7. Wees kritisch over alle aanbiedingen van beleggingsproducten. Vaak zie je bij een bedrag ‘verwacht rendement’ staan. Dit zegt niets over hoeveel je belegging echt gaat opleveren. We noemen dat het rendement. Het echte rendement kan veel lager zijn dan het verwachte rendement. Zorg ervoor dat je precies weet en begrijpt wat de kosten zijn van het beleggingsproduct.
  8. Beleggen met geleend geld kan erg gevaarlijk zijn. Het geleende geld moet je terug betalen. Als je belegging minder waard wordt, heb je geen geld meer om het geleende bedrag terug te betalen. Je blijft dan zitten met een schuld.
  9. Beleggingsverzekeringen zijn een combinatie van een belegging en een levensverzekering. Onderzoek of je die levensverzekering wel echt nodig hebt.
  10. Zorg ervoor dat je goede informatie hebt en precies weet wat de kosten zijn.
  11. Beleggen in obligaties is relatief veilig. Maar ook de waarde van obligaties kan sterk omhoog en omlaag gaan. Pas op voor obligaties die een hoog rendement beloven. Daar zit meestal een hoog risico aan vast. Beleggen in aandelen is minder veilig. De koersen van aandelen kunnen heel sterk stijgen en dalen.
  12. Denk niet dat succesvolle beleggingen uit het verleden ook in de toekomst succesvol zijn. Gisteren is voor de beurs geschiedenis en is niet meer interessant. De beurs kijkt alleen naar morgen. Beleggen is vooruit kijken, niet achterom kijken.
  13. Geloof niet in sprookjes. Iedereen probeert geld te verdienen op de beurs. Maar als het makkelijk was, zou iedereen al lang miljonair zijn.
  14. Blijf je beleggingen steeds goed volgen. Controleer ze regelmatig en zorg voor een goede spreiding over de verschillende beleggingscategorieën. Dan verklein je de financiële risico’s. Wissel niet te vaak, dan ben je veel geld kwijt aan transactiekosten.
  15. Vergelijk, wanneer je een beleggingsfonds of een beleggingsverzekering wilt aanschaffen met behulp van de Financiële Bijsluiter de producten van verschillende aanbieders. Door de bijsluiters van deze producten naast elkaar te leggen kun je een vergelijking maken op onder andere risico, kosten en opbrengsten.