Onderling schenken van premies blijkt onnodig

De Hoge Raad heeft vrijdag geoordeeld dat over uitkeringen uit levensverzekeringsconstructies die in de familiesfeer zijn gesloten, geen successierecht hoeft te worden betaald.

Dat oordeel heeft de Hoge Raad uitgesproken in een zaak tussen de Belastingdienst en de echtgenote die een verzekeringsovereenkomst had gesloten met haar in 2000 overleden echtgenoot, die als verzekerde en verzekeraar optrad. Over de uitkering na overlijden van 2 miljoen gulden moest volgens de Belastingdienst successierecht worden betaald. De Hoge Raad ziet geen reden om uitkeringen bij verzekeringen tussen particulieren in de familiesfeer anders te behandelen dan uitkeringen door officiële levensverzekeraars.

Het jaarlijks schenken van de premies brengt daarin geen verandering.(bron AM)

De redactie van het AM voegt daar nog aan toe: “De slimmigheid schuilt erin dat de erfernis bij de erflater verzekerd wordt en dus als verzekeringsuitkering wordt behandeld. Op die manier wordt er geen successierecht geheven over de uitkering, zo oordeelt de Hoge Raad. De erflater is hierbij dus verzekeraar én verzekerde (zijn leven wordt verzekerd), terwijl de echtgenote de verzekeringnemer is. De erflater/verzekeraar/verzekerde kan bovendien de te betalen premies (tot het maximum van de schenkingsvrijstelling) jaarlijks schenken aan de verzekeringnemer.”