Uitzending

De man woont met zijn gezin in een woning die kwalificeert als eigen woning. De werkgever van hem zendt em uit naar het buitenland. De zoon van deze man blijft in deze periode in de Nederlandse woning wonen. Tussen de man en de inspecteur ontstaat een geschil over de vraag of de Nederlandse woning voor de jaren 2002 en 2003 kwalificeert als eigen woning. En dus of de hypotheekrente fiscaal aftrekbaar is.

De inspecteur is van mening dat dit niet het geval is.

Rechtbank Den Haag is het met de inspecteur eens. Tijdens het uitzenden dient de woning niet als hoofdverblijf. Hierbij maakt het niet uit dat de zoon in de woning is blijven wonen. Na het vertrek van X en zijn echtgenote behoort de zoon niet meer tot het huishouden van X. De Nederlandse woning valt in box 3. De man kan de hypotheekrente niet aftrekken in box 1.

Belang voor de praktijk
De Wet inkomstenbelasting 2001 kent een regeling voor de eigen woning, als deze woning wordt aangehouden bij een tijdelijke uitzending. Onder bepaalde voorwaarden kan de woning gedurende de uitzending worden aangemerkt als een eigen woning. Voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden: – de woning moet vóór vertrek naar het buitenland gedurende één jaar als eigen woning hebben gefungeerd; – het verblijf in het buitenland moet tijdelijk zijn; – de woning mag niet aan derden ter beschikking worden gesteld; en – de woning is voor de belastingplichtige de enige eigen woning in de zin van de Wet IB 2001. De woning kan, als aan al deze voorwaarden is voldaan, gedurende het verblijf in het buitenland als eigen woning worden aangemerkt. Het feit dat de woning tijdelijk niet meer als hoofdverblijf dient, doet hieraan niets af. De rente over de lening blijft aftrekbaar. Het eigenwoningforfait wordt gesteld op 1% van de WOZ-waarde.