De muis gaat ons redden.

U kent Charlie de Muis wellicht nog van een eerdere weblog.

De Methusalem Foundation gaat door en heeft weer een nieuwe Mprijs 2009 uitgereikt aan de onderzoeker Dave Shrape.

De jaarlijkse prijs wordt gegeven aan die onderzoeker die het meeste bijdraagt aan het verlengen van het leven. Wie zegt immers dat we dood moeten gaan aan hartaanvallen, kanker of Alzheimer. Het zijn “slechts” ziektes die we zouden moeten kunnen oplossen.

In dit kader plaats ik de plannen van dit kabinet om over 10 jaar te beginnen met het geleidelijk opschuiven van de AOW-leeftijd. Het is heel denkbaar dat tegen de tijd dat die hele operatie achter de rug is, de leeftijdsverwachting meer dan 4 jaar is opgeschoven. Zie nu al de nieuwe levensverwachting tabellen van dit weekend. Mannen en vrouwen blijken “plots”  2 jaar ouder te worden. Gefeliciteerd, u leeft sinds vrijdag 2 jaar langer.

Er zijn genoeg alternatieven maar zolang er geen politieke bereidheid is na te denken om de AOW inkomens/vermogensafhankelijk te maken, zullen we de huidige plannen voor lief moeten nemen. Hieronder de uitwerking van deze AOW-plannen van 16 oktober van minister Donner tot in detail.

AOW-leeftijd in twee stappen omhoog

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 16 oktober 2009, nr. IVV/I/2009/23153

Het kabinet wil de AOW-leeftijd in twee stappen verhogen. Ouderen die dicht voor hun pensioendatum zitten worden hierbij ontzien. Van hen kan, aldus het kabinet, niet worden verwacht dat zij twee jaar langer doorwerken.

Het kabinet gaat uit van het volgende:

  • – iedereen die voor 1 januari 2010 55 jaar of ouder is, behoudt zijn recht op AOW op 65-jarige leeftijd;
  • – vanaf 1 januari 2020 gaat de AOW-leeftijd naar 66 jaar; en
  • – vanaf 1 januari 2025 gaat de AOW-leeftijd naar 67 jaar.

Voor mensen met zware beroepen, die arbeidsongeschikt of werkloos zijn of die een lang arbeidsverleden hebben, komen er aparte regelingen.

Werknemers met zware beroepen Werknemers die in deze groep vallen, moeten na 30 jaar van de werkgever een aanbod krijgen voor minder belastend werk. Krijgen zij dat aanbod niet, dan zal de werkgever financieel moeten faciliteren dat zij de mogelijkheid krijgen om na hun 65e te stoppen met werken. Van deze groep kan, aldus het kabinet, niet worden verwacht dat zij langer dan 40 jaar arbeid verrichten zonder uitzonderlijke slijtage. Wat onder een zwaar beroep wordt verstaan, wordt in de komende tien jaar in overleg met werkgevers en werknemers ingevuld.

Werkloze en arbeidsongeschikte werknemers Mensen die werkloos of arbeidsongeschikt zijn en die op of na hun 65ste geen recht meer hebben op een WW- of een vervolg WGA-uitkering, krijgen een uitkering ter grootte van de AOW-uitkering. Hierbij wordt geen rekening gehouden met vermogen en/of het inkomen van de partner.

Werknemers met een lang arbeidsverleden Werknemers die gedurende 42 jaar minimaal 3 dagen in de week hebben gewerkt, krijgen de mogelijkheid vanaf hun 65ste te stoppen met werken. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat zij moeten werken op het moment dat de AOW ingaat. Op de AOW-uitkering die op 65-jarige leeftijd ingaat, wordt een korting toegepast welke geldt voor de resterende duur van de AOW. De korting zal waarschijnlijk tussen de 6-8% per jaar bedragen. Omdat het op 1 januari 2020 niet mogelijk is om voor alle werknemers een arbeidsverleden vast te stellen, wordt gedurende een overgangsperiode een registratie opgebouwd. Hierbij worden gegevens gebruikt die beschikbaar zijn in bestaande registraties. Een werknemer kan vanaf 2020 eerder met AOW gaan als hij op basis van deze registratie gedurende 15 jaar voorafgaande aan de AOW heeft gewerkt. Deze 15 jaar wordt vervolgens ieder jaar met een jaar verhoogd tot uiteindelijk 42 gewerkte jaren in 2047.

Aanvullende pensioenen Doordat de AOW-leeftijd omhoog gaat, moet de fiscale pensioenrichtleeftijd voor aanvullende pensioenopbouw ook omhoog. Hierdoor ontstaan twee extra opbouwjaren. Het fiscaal gefaciliteerde maximale opbouwpercentage per dienstjaar zal daarop worden afgestemd. Deze aanpassing vindt ineens plaats per 1 januari 2020 bij de eerste verhoging van de AOW-leeftijd.

Het gaat hier om een voornemen van het kabinet. Het wetsvoorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State en wordt pas gepubliceerd als het voorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Als de plannen van het kabinet worden doorgezet, zal dat niet alleen gevolgen hebben voor de AOW en de pensioenrichtleeftijd voor aanvullende pensioenopbouw. De gevolgen zullen doorwerken in de derde pijler, in de lijfrentesfeer. Omdat het maximum van de jaarlijkse lijfrentepremieaftrek een afgeleide is van de fiscale ruimte voor aanvullende pensioenen, zal het verhogen van de pensioenleeftijd naar 67 jaar tot gevolg hebben dat ook voor de opbouw van lijfrentekapitaal aangesloten moet worden bij deze leeftijd. Hierdoor zal het maximum dalen dat jaarlijks aan lijfrentepremieaftrek in aanmerking kan worden genomen.

Vervallen van AOW-toeslag vanaf 2011 Een vergeten andere aanpassing die het kabinet heeft voorgesteld met betrekking tot de AOW is om met ingang van 2011 personen die dan de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en van wie de partner nog geen 55 jaar is, niet meer in aanmerking te laten komen voor de AOW-partnertoeslag. Met deze maatregel loopt het kabinet vooruit op de volledige afschaffing van de toeslag voor nieuwe gevallen vanaf 2015. Daarnaast zal vanaf 2010 de partnertoeslag met 6% worden verlaagd. (bron FJA)