Het horloge van opa

Midden op de Wallen in Amsterdam ligt de Stadsbank van Lening. Een professionele bank waar sieraden en gebruiksgoederen kunnen worden beleend tegen een heel schappelijke rente.  In deze tijden kan het oude ge-erfde horloge van opa een fraaie oplossing zijn voor acute financiële problemen.

Deze alternatieve manier om geld te lenen werkt heel eenvoudig.

  1. Zet een hoed op om niet door de familie herkend te worden.
  2. Stap de bank binnen en laat het horloge taxeren.
  3. Accepteer de voorwaarden voor de beleenrente.
  4. Ontvang het geld handje-contantje samen met een pandbewijs aan toonder.
  5. Loop rechtsaf de Bijenkorf in om het uit te geven.

Geniet maar leen met mate.

Bijna identiek werkt de verpanding van ene levensverzekering. iets meer regels en iets ingewikkelder maar het basisprincipe is gelijk. Hieronder een doorwrocht artikel over verpanding van levensverzekeringen. Voor de liefhebber.

Wat is verpanding? Verpanding is het vestigen van een zakelijk zekerheidsrecht op de rechten die voor de verzekeringnemer voortvloeien uit bijvoorbeeld een levensverzekering, ten behoeve van een schuldeiser van de verzekeringnemer (de pandhouder).

Wanneer een bank een geldlening aan iemand verstrekt, kan de bank verlangen dat de schuldenaar, tot meerdere zekerheid van het nakomen van zijn verplichtingen, pandrecht verleent aan de geldverstrekker op zijn levensverzekering. Die levensverzekering kan zelfs speciaal voor dat doel afgesloten zijn. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een overlijdens-risicoverzekering (die alleen uitkeert aan de pandhouder bij overlijden van de verzekerde), maar ook aan een gemengde verzekering (die tevens een kapitaal uitkeert op de einddatum bij in leven zijn van de verzekerde). Met de uitkering op de einddatum kan (een deel van) de schuld afgelost worden. Omdat een gemengde verzekering tijdens de looptijd waarde opbouwt, heeft de bank ook tijdens de looptijd al extra zekerheid. De pandhouder kan namelijk bij het niet nakomen van bijvoorbeeld rentebetaling of de aflossingsverplichting, tot uitwinning (door middel van afkoop) overgaan.

Voor het vestigen van een pandrecht op de rechten uit een levensverzekering is een daartoe bestemde akte (de pandakte) én een schriftelijke mededeling daarvan aan de levensverzekeraar (door de verzekeringnemer of de pandhouder) vereist.

Een pandakte is een schriftelijk stuk, waarbij de verzekeringnemer verklaart dat hij zijn rechten uit de verzekering aan de pandhouder verpandt. De pandhouder en de verzekeringnemer ondertekenen de pandakte. Vervolgens wordt het pandrecht meegedeeld aan de verzekeraar, waarbij het pandrecht tot stand komt. Door de mededeling ontstaat een zogeheten ‘openbaar’ pandrecht. Zie hierna.

De pandakte kan zowel in de vorm van een authentieke akte als een onderhandse akte worden opgemaakt. De onderhandse pandakte moet geregistreerd worden.

Toestemming pandhouder

Als de verzekeringnemer/pandgever zijn rechten uit de verzekering wil uitoefenen (bijvoorbeeld afkoop of wijziging van de begunstiging), heeft hij toestemming van de pandhouder nodig. Deze toestemming kan de pandhouder schriftelijk geven in een aparte brief, of door het schriftelijke verzoek van de verzekeringnemer ‘voor akkoord’ te tekenen.

De pandhouder kan in de pandakte overeenkomen dat hij zichzelf als begunstigde aanwijst voor de uitkering bij expiratie op de einddatum of bij overlijden van de verzekerde. Bij opeisbaarheid van de schuld kan de pandhouder ook tot uitwinning (door afkoop) van de verzekering overgaan. De afkoopwaarde of de uitkering bij overlijden (of op de einddatum van de polis) wordt in mindering gebracht op het verschuldigde; een eventueel surplus moet de verzekeraar uiteraard uitkeren aan de verzekeringnemer.

Beslag en verpanding

Een andere schuldeiser van de verzekeringnemer kan beslag leggen op een levensverzekering van de schuldenaar. Deze beslaglegger kan een verzekering waarop een (openbaar) pandrecht is gevestigd niet afkopen zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de pandhouder. In de praktijk zal een pandhouder meestal geen afstand willen doen van zijn zekerheidsrecht ten gunste van andere schuldeisers van de verzekeringnemer en daarom niet instemmen met een afkoopverzoek. De pandhouder behoudt dus zijn zekerheid, als zijn pandrecht maar op een eerdere datum is gevestigd dan de datum waarop het beslag is gelegd.

Openbaar pandrecht

Vanaf 2006 is het nog alleen mogelijk om een openbaar pandrecht op de rechten uit een overeenkomst van levensverzekering te vestigen. Het vroeger ook voorkomende ‘stille’ pandrecht (dat niet werd meegedeeld aan de verzekeraar) is thans niet meer mogelijk.

Tweede pandrecht

De verzekeringnemer kan een tweede pandrecht geven aan een andere schuldeiser. Deze tweede pandhouder kan zijn pandrecht echter pas geldend maken nadat de vordering van de eerste pandhouder is voldaan. Wanneer de uitkering uit de levensverzekering voldoende is om de vordering van de eerste pandhouder te voldoen, komt het eventuele surplus (overschot) toe aan de tweede pandhouder. Mocht de uitkering of de afkoopwaarde onvoldoende zijn om de vordering van de eerste pandhouder te voldoen, dan heeft de tweede pandhouder uiteraard geen enkele aanspraak.

Verpanding niet mogelijk

Het verpanden van een lijfrente, gouden handdrukverzekering of een pensioenverzekering is, zonder fiscale gevolgen, niet mogelijk. (bron FJA-NN)