Een Universal addertje

Universal lifeEen beleggingsverzekering kent vaak twee elementen. Een verwacht eindkapitaal en een overlijdensverzekering. Hiervoor wordt één premie betaald. De ingebouwde premie voor de overlijdensverzekering wordt maandelijks uit de waarde onttrokken.

Dat werkt in de praktijk ongeveer als volgt: Stel de waarde van de verzekering is € 10.000,- en er is verzekerd bij overlijden een kapitaal van € 150.000,-. Dan moet er dus € 140.000,- verzekerd worden. De premie is natuurlijk wel leeftijdsafhankelijk.

Dit heet het Universal Life principe.

Klinkt best als een handig systeem met flinke voordelen maar er zit een listig addertje onder het gras.

Het slechte nieuws. Als de waarde van de verzekering tegenvalt (door lage koersen van de beleggingen) dan moet er dus meer verzekerd worden, en dus meer premie worden betaald, en zal de waarde van de verzekering dus nog verder dalen.

Het goede nieuws. Het goede nieuws is dat het omgekeerd weer extra gunstig uitpakt. Stijgt de waarde flink, dan is er veel minder premie nodig en stijgt daardoor de waarde nog sneller.

Het andere nieuws. Verder zijn er nog vele variaties op dit thema. Er zijn in Nederland globaal 1500 verschillende beleggingsverzekeringen. Denk maar eens aan een gewone gemengde verzekering met een garantie kapitaal en een gelijkblijvende overlijdensuitkering en een gelijkblijvende premie.

Tip 1: Kijk jaarlijks even of de overlijdensverzekering nog wel nodig is in de beleggingsverzekering. Praktisch elke verzekeraar zal willen meewerken aan het omzetten naar een verzekering waarbij er alleen gespaard wordt en niet nog extra verzekerd wordt tegen overlijden.

Tip 2: Dat geldt in dezelfde mate voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Deze vaak ingebouwde verzekering kost tenslotte altijd ook nog eens 7% van de premie.

(Bron o.a. Antwan Janssen RABO-bank)