Arbeidsongeschikt, een praktijkgeval.

Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen kosten een smak geld. Bij elke premienota doet betaling zeer. Ook is er een constant gevoel “is die polis eigenlijk wel goed als ik iets mankeer? Is de premie niet te hoog en zal die verzekeraar niet alles op alles zetten om maar niet te hoeven uit te keren?”

Simpele antwoorden zijn er niet. Ziek worden en ziek blijven (arbeidsongeschikt) en in handen vallen van arbeidsdeskundigen, verzekeringsartsen en re-integratiedeskundigen is een gebied waar niemand graag over nadenkt.

Wijzelf proberen altijd bij ons advies het midden te vinden tussen een redelijke premiestelling, goede voorwaarden en een ervaren verzekeraar. Verzekeraars die stunten met lage premies zijn bij voorbaat verdacht. Want een polis afsluiten en de premie innen is niet zo moeilijk maar goed helpen bij een ziektegeval is geen sinecure.

Hieronder een (oranje gekleurd) Nationale-Nederlanden-verhaal over de praktijk in behandeling van whiplash tussen de ene en de andere verzekeraar.

Wie arbeidsongeschikt raakt, wil niet van zijn verzekeraar horen dat hij zelf maar moet zien hoe hij beter wordt. Het overkwam de vrouw van pomphouder Roland van de W.. Een auto-ongeluk haalde beide echtelieden uit de roulatie. Van de W. heeft een AOV bij Nationale-Nederlanden, zijn vrouw bij een andere verzekeraar. Dat bleek een groot verschil. Van de W. is door deskundige begeleiding van de arbeidsdeskundige aan de beterende hand. Zijn echtgenote blijft tobben met haar gezondheid.

December 2006. Pomphouder Roland van de W., onderweg naar het PSV-stadion, remt af bij het verkeerslicht op een provinciale weg. Een bestuurder van een achter hem rijdende auto merkt te laat op dat de auto van Van de W. stil staat en knalt er met volle vaart tegenaan. Aanvankelijk komen Van de W. en zijn vrouw met de schrik vrij. De garagehouder van Van de W. zorgt voor een vervangende auto en de pomphouder geniet toch nog van de voetbalwedstrijd.

Ziek
De volgende dag merkt Van de W. dat zijn nek vastzit. Zijn echtgenote heeft soortgelijke klachten. Van de W. neemt contact op met verzekeringsadviseur en meldt zich ziek. Zijn vrouw brengt dezelfde boodschap over aan haar verzekeringsadviseur en verzekeraar. De daarop volgende begeleiding loopt uiteen. Van de W.: ‘Mijn vrouw kreeg van de verzekeringsarts te horen dat ze drie maanden de tijd kreeg om volledig te herstellen. Hoe ze dat deed, was haar zaak. Gelukkig werd ik wel serieus genomen. Mijn arbeidsdeskundige adviseerde mij een meerdaagsprogramma bij een begeleidingscentrum. Door therapie en begeleiding gaat het nu een stuk beter. Vooral de gesprekken met lotgenoten, ondernemers die net als ik whiplash hebben, deden mij goed.’

Kennis van whiplash
De arbeidsdeskundige stelt dat wederzijds vertrouwen een belangrijke voorwaarde is voor een succesvolle re-integratie. Dat begint met de klachten serieus te nemen. ‘Iemand lukraak snel op de rit zetten is zinloos als dat het risico meebrengt dat hij daarna terugvalt. Dan duurt het herstel langer. Daarom geloven wij in structurele begeleiding. Als arbeidsdeskundige weet je wat de impact kan zijn van een achteropaanrijding. Aan de buitenkant van het slachtoffer zie je niets, waardoor de indruk kan ontstaan dat het wel meevalt. Als je niet snel handelt, kan het lang duren voor iemand er helemaal bovenop is.’Na de ziekmelding, stond de arbeidsdeskundige al snel op de stoep bij Van de W.. ‘Ik richtte mij niet alleen op het letsel, maar zeker ook op het bedrijf, het sociale leven van Van der W. en de positie van zijn vrouw in het bedrijf. Dit alles gaf een goed overzicht van de taken die Van der W. verricht en daarmee de mogelijkheden van zijn re-integratie. In overleg met de medisch adviseur en de schadebehandelaar van Nationale-Nederlanden werd een plan van aanpak opgesteld. Na groen licht van Van de W. is de therapie en begeleiding gestart. Daarbij adviseerde ik Van de W. zijn resterende arbeidscapaciteit te blijven benutten en betrokken te blijven bij zijn bedrijf. Dat is cruciaal, want de drempel om terug te keren naar het bedrijf is anders wellicht te hoog.’ Van de W. vult aan: ‘Ik ben zelf steeds mijn financiële administratie blijven doen. Daarmee hield ik het overzicht over de bedrijfsvoering.’

Balans
Gevraagd naar de gevolgen als Van de W. dezelfde AOV-verzekeraar zou hebben als zijn vrouw, antwoordt hij beslist: ‘Dat zou rampzalig zijn. Ik zie aan mijn vrouw wat een slechte schadebehandeling doet. Ze piekert omdat ze continu onder druk staat aan het werk te gaan, zonder dat ze handreikingen heeft gehad hoe dit aan te pakken. Dat belemmert haar herstel. Onlangs stuurde de verzekeringsarts haar naar de neuroloog. Die vond het vreemd dat ze binnen een jaar bij hem op de stoep stond. Normaal komen mensen pas na twee jaar bij hem terecht voor een medische expertise. De neuroloog kon dus niets voor haar doen ook niet inzake re-integratie. De verzekeringsarts van mijn echtgenote weet niet waar hij over praat’, aldus Van der W.. De arbeidsdeskundige van mijn verzekeraar helpt mij een goede balans te vinden tussen mijn mogelijkheden en beperkingen. Nationale-Nederlanden neemt een hele zorg bij mij weg. Daardoor ben ik inmiddels voor veertig procent aan de slag. Een compliment voor mijn verzekeringsadviseur is ook op zijn plaats. Hij heeft mij uitstekend geadviseerd. Dat bevestigt mij in het vertrouwen dat ik goed ben verzekerd.’

‘De case van Roland van der W. en zijn vrouw bevestigt nog eens dat twee verzekeraars, die beiden zeggen de beste AOV-verzekering te hebben, totaal verschillend omgaan met één ongeluk.’ (bron Mark Zoon, http://www.wetenwaarjeaantoebent.nl)