Hannie van Leeuwen “convenant” is dood

Hannie van Leeuwen is vandaag op 92 jarige leeftijd overleden.

Er zijn vast dagen dat jullie niet aan haar gedacht hebben….. Toch hebben wij (en jullie) dagelijks met haar te maken via het van Leeuwen convenant.

Dat convenant betekent kort door de bocht: Een verzekeringmaatschappij vraagt geen gezondheidsverklaring of keuring als iemand in dienst komt en een pensioen- of inkomensvoorziening krijgt. Ook iemand met gezondheidsklachten bij verandering van baan kan dus gewoon verzekerd blijven voor arbeidsongeschiktheid of overlijden.

Hieronder een artikel uit 2010 vlak nadat het van Leeuwen-convenant van kracht werd. Dit convenant is één van de kleine pareltjes uit het arbeidsvoorwaarden pakket voor werknemers (en werkgevers). Goed dat zij, als drijvende kracht erachter, dit geregeld heeft.

Ze is tot op hoge leeftijd nog actief gebleven. In 2017 was ze op 91 jaar zelfs nog lijstduwer van de CDA 2e Kamer fractie. Vandaag is ze definitief gestopt met duwen.

Chapeau en RIP. Gerrit-Jan Doorneweerd


Verzekeraars mogen wettelijk door de wet medische keuringen (WMK) nieuwe werknemers niet keuren. Daar waren ze niet blij mee want ze houden bij verzekeraars niet van onzekerheden.

Daar hadden ze vroeger echter een creatieve oplossing voor: Carenzjaren. Dat is het aantal jaren ( meestal 2 ) waarbij er nog geen sprake is van volledige dekking bij overlijden/ziekte. Meestal keert de verzekeraar bij overlijden/ziekte binnen deze perioden alleen de betaalde premie uit, met of zonder rente. We hebben er hier als eens eerder over geschreven.

Maar er waren meer oplossingen voor verzekeraars: langere wachttijden en specifieke uitsluitingsclausules. Het goede nieuws is dat er nu een verbod komt op het hanteren van carenzjaren en wachttijden. Alles onder de naam “van Leeuwen Convenant”. Dat zal de doorstroming op de arbeidsmarkt ten goede komen. Natuurlijk zijn er wel weer nieuwe mitsen en maren:

  1. Brandend-huisclausule. Als een werknemer al niet kon werken door ziekte, mag het risico worden uitgesloten.
  2. De anti-misbruikbepaling. Als een dienstverband alleen maar wordt gestart om gebruik te maken van de verzekering.

Eind 2009 hebben het Verbond van Verzekeraars, medici en consumenten- en patiëntenorganisaties afspraken gemaakt over een nieuwe regeling voor acceptatiebeleid bij inkomensverzekeringen en pensioenen. De afspraken zijn er op gericht dat ook mensen met een gezondheidsbeperking vrijelijk van baan kunnen veranderen zonder de angst om uitgesloten te worden van deelname aan inkomens en pensioenverzekeringen. Met dit convenant laat de verzekeringssector zien zich bewust te zijn van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Wet Medische Keuringen
De wet ‘Medische Keuringen’ (Wmk) verbiedt medische keuringen bij pensioenen en collectieve inkomensverzekeringen. Voor verzekeraars werd het daardoor bijna onmogelijk om misbruik van de verzekeringen tegen te gaan. Om het binnenhalen van slechte risico’s te beperken, kozen vooral pensioenuitvoerders daarom voor carenzperioden, wachttijden of andere uitsluitingclausules.
Uit de evaluatie van de Wmk in 2008 bleek dat deze bepalingen een drempel kunnen vormen voor mensen om aan de arbeidsmarkt deel te nemen of van baan te veranderen.

Van Leeuwen Convenant
Gezien de politieke druk zijn onder leiding van oud-politica Hannie van Leeuwen afspraken gemaakt om de hiervoor genoemde belemmeringen tegen te gaan. Deze afspraken zijn vastgelegd in het ‘Van Leeuwen Convenant’.  Verder is een regeling voor uitloopdekking getroffen voor verzekeringen waarop de pensioenwetgeving niet van toepassing is en WGA-hiaatverzekeringen.

Inwerkingtreding
Het convenant is op 1 januari 2010 in werking getreden en geldt voor alle na 1 januari 2010 gesloten contracten. Verzekeraars zullen uiterlijk per 1 januari 2011 de afspraken uit het convenant verwerken in de juridische (model)documenten. Voor polissen die al vóór 1 januari 2010 zijn gesloten is afgesproken dat verzekeraars zullen handelen naar de letter en geest van het convenant. Dit geldt niet voor ziektegevallen die al zijn ontstaan vóór 1 januari 2010.

Verbod op carenzperioden en wachttijden
Op grond van het convenant is het niet meer toegestaan om in de verzekering een periode te hanteren waarin een verzekerde geen of beperkt recht op uitkering of vrijstelling van premiebetaling heeft. Carenzperioden en wachttijden mogen dus niet meer.
In plaats van een carenzperiode of wachttijd mag een verzekeraar wel een brandend-huisclausule en/of een anti-misbruikbepaling toepassen.

Brandend-huisclausule
Verzekeraars mogen het risico uitsluiten dat arbeidsongeschiktheidspensioen of vrijstelling van premiebetaling moet worden betaald voor een werknemer, die al op ingangsdatum van de verzekering, wegens ziekte niet kon werken. Dit wordt ook wel aangeduid als een brandend huis. Zodra de werknemer vier weken onafgebroken zijn werk heeft verricht, is er geen sprake meer van een brandend huis. De verzekering wordt dan volledig van kracht. Valt hij opnieuw uit nadat hij minimaal 4 weken volledig zijn werk heeft verricht dan is er sprake van een nieuw risico, dat volledig onder de dekking van de verzekering valt.

Anti-misbruikbepaling
Daarnaast is afgesproken dat verzekeraars een anti-misbruikbepaling mogen opnemen.
Hiermee kunnen verzekeraars twee vormen van misbruik voorkomen:

  1. het sluiten van een verzekering op het moment dat men weet dat iemand al ernstig ziek is met het uitsluitende doel om uitkering te krijgen;
  2. het in dienst nemen van iemand die al ziek is, met alleen het doel om deze onder de werking van de verzekering te brengen en zo uitkering te kunnen ontvangen.

De anti-misbruik bepaling houdt in dat de verzekeraar de uitkering, het pensioen of vrijstelling van premiebetaling mag weigeren (volledig, voor een deel, tijdelijk of blijvend) als de werknemer binnen (maximaal) een jaar na aanvang van de verzekering zijn werkzaamheden (deels) staakt wegens ziekte en de gezondheidstoestand van de werknemer dit ten tijde van aanvang van de verzekering kennelijk moest doen verwachten. Daarbij wordt zoveel mogelijk het oordeel van het UWV gevolgd.

Uitloopdekking
Tegenover de beperking van het zogenaamde inlooprisico staat de afspraak dat verzekeraars voortaan wel volledige uitloopdekking bieden. Uitloopdekking heeft betrekking op het risico:

  1. dat na beëindiging van de verzekering een al ingegane uitkering moet worden doorbetaald;
  2. dat aan een werknemer na beëindiging van de verzekering alsnog een uitkering moet worden toegekend vanwege een tijdens de verzekering ontstane ongeschiktheid tot werken.

Afgesproken is dat het recht op een uitkering of vrijstelling van premiebetaling voor ongeschiktheid tot werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid dat bestaat op het moment van beëindiging van de verzekering of het dienstverband blijft bestaan. Dit betekent na de beëindiging van de verzekering optredende wijzigingen (zowel verhogingen als verlagingen) in het arbeidsongeschiktheidspercentage doorwerken in de hoogte van de uitkering en dat in sommige gevallen de uitkering pas ingaat nadat de verzekering al is beëindigd. De uitloopdekking geldt vanaf het moment dat de werknemer zich in de WIA-wachttijd bevindt en is gebaseerd op het op dat moment verzekerde salaris.

Deze afspraken over volledige dekking van het uitlooprisico gelden alleen voor de ziekengeldverzekering met daggelddekking, de verzekering voor WGA eigenrisicodragen en alle WGA-hiaatverzekeringen (inclusief de verzekeringen voor werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt worden verklaard). Ze gelden dus niet voor het arbeidsongeschiktheidspensioen of vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid in pensioenregelingen. Dit komt onder meer omdat de pensioenfondsen niet bij het convenant waren betrokken. Er is afgesproken dat dit jaar overleg plaatsvindt tussen het Verbond van Verzekeraars, de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen en de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen, om te kijken of er een uniforme regeling voor de in- en uitloopdekking kan worden afgesproken voor verzekeringen die onder de Pensioenwet vallen.

Gevolgen voor verzekeringen van Nationale-Nederlanden
De collectieve inkomensverzekeringen van Nationale-Nederlanden hebben al een brandend-huiscausule, anti-misbruikbepaling en volledige uitloopdekking. In dat opzicht liep Nationale-Nederlanden vooruit op de afspraken die in het convenant zijn gemaakt.

Voor pensioenverzekeringen zal Nationale-Nederlanden bij ziekte- en overlijdensgevallen vanaf 1 januari 2010, de bestaande carenzperioden en algemene uitsluitingsclausules niet meer toepassen. Daarvoor in de plaats zal een brandend-huisclausule (voor arbeidsongeschiktheidsrisico’s) en een anti-misbruikclausule (voor zowel arbeidsongeschiktheids- als overlijdensrisico’s) worden toegepast. Verder zal Nationale-Nederlanden het acceptatiebeleid bij te late aanmelding aanpassen conform het convenant. Zoals aangegeven gelden de afspraken in het convenant over het uitlooprisico niet voor pensioenverzekeringen. Voor pensioenverzekeringen (behalve WGA-hiaat) zullen hierover nog afspraken worden gemaakt.