Gecorrigeerde correctiebepalingen

Bij het bespreken van de voorwaarden van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen met onze klanten komt regelmatig de correctiebepaling aan de orde.

In het doel van een AOV is vrijwel altijd inkomstenderving opvangen in geval van ziekte – arbeidsongeschiktheid. Daaruit wordt soms geconcludeerd dat er een correctie op een uitkering zou kunnen plaatsvinden als er inkomsten genoten worden ondanks de arbeidsongeschiktheid van relatie. Dat is soms het geval. Maar de grotere verzekeraars voeren inmiddels meestal geen correctiebepaling.

Verzekeraars (zoals bijvoorbeeld Nationale-Nederlanden en Movir) voeren arbeidsongeschiktheidsverzekeringen als sommenverzekering, bij deze vorm is het correctiemechanisme niet aanwezig.

Er wordt dan alleen gekeken of een verzekerde medisch beperkt is in zijn beroep. Die medische beperkingen worden afgezet tegen de in dat beroep voorkomende werkzaamheden. Afhankelijk van het op deze wijze vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage vindt dan evenredig aan de verzekerde som de uitkering plaats. Derving van inkomen hoeft niet te worden aangetoond.

Hoe was het vroegguh?

In de markt was regelmatig discussie of de arbeidsongeschiktheidsverzekering als sommen- of als schadeverzekering moest worden gezien. Om aan deze discussie een einde te maken, is aan AOV-verzekeraars door het Verbond (mede op verzoek van de Ombudsman) geadviseerd dit onderscheid in de polisvoorwaarden aan te scherpen. Sinds 2004 voert de AOV-markt zodoende naast de reeds gangbare sommenvariant ook een schadevariant waarin wel die correctiebepaling is opgenomen.

Tot 1984 was in de voorwaarden van veel verzekeraars de (volledige) correctiebepaling opgenomen; daarna is tot 1992 in die correctiebepaling een drempel opgenomen waardoor er alleen werd gecorrigeerd boven de ƒ 20.000,-. Sinds 1 januari 1992 is de bepaling geheel uit de voorwaarden AOV (van bijvoorbeeld Nationale-Nederlanden) verwijderd.