De houdbaarheidsbijdrage AOW

De AOW is super simpel dat in tegenstelling tot de houdbaarheidsbijdrage AOW. Op 65 jaar krijgt iedereen een uitkering omdat dat nu eenmaal zo afgesproken is. Elk kabinet ziet wel een kans om er iets aan toe te voegen waardoor het steeds schimmiger wordt. Vooral de houdbaarheidsbijdrage 2011 wordt boeiend ingewikkeld.

  • houdbaarheidsbijdrage AOWSpaarfonds. Een paar kabinetten geleden werd het AOW Spaarfonds verzonnen. Een fantastisch boekhoudkundige truc waar iedereen met open ogen intrapte. De oplossing die geen oplossing bleek te zijn. Een fraaie uitleg is hier te vinden.
  • Bos-Belasting. Vorig kabinet kwam met het creatieve idee om de kosten van de regeling ook terug te wentelen op de AOW-ers. In de volksmond de Bos-belasting en nu omgedoopt naar “houdbaarheidsbijdrage overheidvoorziening AOW“. In gewoon Nederlands betekent dit voor veel AOW-ers het volgende; we geven de AOW-ers een AOW uitkering en die wordt via extra belastingheffing weer terugbetaald.

Pensioen-up-to-date geeft hieronder nog even de highlights van de houdbaarheidsbijdrage AOW weer. Een beetje technisch verhaal over de houdbaarheidsbijdrage AOW maar voor de liefhebber zeker interessant.

Het coalitieakkoord Balkenende/Bos 2007 voorzag in een speciale heffing om de AOW betaalbaar te houden. Iedereen die ná 1945 was geboren zou vanaf 2011 een bijdrage gaan betalen ter grote van 0,6% over zijn aanvullend pensioen boven de € 18.000,- tot € 31.000,-. Deze bijdrage zou jaarlijks met 0,6% worden verhoogd totdat in 2040 het maximum van 17,9% was bereikt. Personen die tot hun 65-ste doorwerkten hoefden niets te betalen. De volksmond noemde deze beoogde heffing de “Bos-Belasting”.

Vanwege een te grote complexiteit is de Bos Belasting in een nieuw jasje gestoken: : de Houdbaarheidsbijdrage. Dit houdt in dat de bovengrens van de tweede schijf niet meer volledig wordt geindexeerd maar slechts voor 75%. Dit betekent een verkorting van de tweede schijf waardoor eerder het 42% tarief van de derde schijf van toepassing is. De houdbaarheidsbijdrage is gelijk aan het verschil tussen het tarief van de tweede en de derde schijf, toegepast op het deel van het inkomen dat vanaf 2011 extra in de derde schijf valt. De houdbaarheidsbijdrage geldt niet voor personen geboren vóór 1 januari 1946. Daartoe staan er sinds 2009 twee tarieftabellen in de Wet IB 2001: een tabel in art 2.10 voor personen geboren vóór 1948 en een tabel in art 2.10a voor personen geboren vóór 1946. De houdbaarheidsbijdrage wordt met ingang van 2011 feitelijk van kracht. Dan vindt aanpassing van art. 10.1 Wet IB 2001 (inflatiecorrectie) plaats, zodanig dat de bovengrens van de tweede schijf van de tarieftabel van art 2.10 niet volledig maar met 75% wordt geindexeerd.

AOW aanvulling (2018)

De AOW en de houdbaarheidsbijdrage AOW is in zeer korte tijd volledig aangepast. Inmiddels richting 68 jaar en leeftijdsafhankelijk geworden.

Bedrijfspensioen - berekening