Pensioenlezing inclusief een mening

Met een heldere en overzichtelijke presentatie wordt inzicht gegeven in de gevolgen van het pensioenakkoord 2014-2015 voor de pensioenen van werknemers. De nieuwe wettelijke veranderingen worden helder en transparant gemaakt voor de werknemers. In een boeiende stijl met een aantal aansprekende voorbeelden worden de belangrijkste wijzigingen inzichtelijk gemaakt.

De lezing kan van algemene aard zijn

  • Waarom is de wetgeving gewijzigd?
  • Welke directe gevolgen zijn er voor de opbouw van pensioenrechten
  • Is het pensioen hiermee toekomstbestendig geworden?
  • Waar moet een pensioendeelnemer vooral op letten?

De presentatie kan ook specifiek en op maat worden gegeven. Door onze specialist wordt de nieuwe
pensioenregeling transparant en persoonlijk. Doel is om de werknemers voldoende basiskennis tel geven zodat de gevolgen van de wijzigingen helder en inzichtelijk zijn.
 In dat laatste geval kunnen de volgende zaken worden besproken:

  • Hoe zat/zit mijn pensioenregeling in elkaar?
  • Welke veranderingen voert de werkgever en wetgever door?
  • Op welke wijze kan ik als werknemer mijn eigen pensioenopbouw beïnvloeden?
  • Welke dienstverlening mag u van uw werkgever/adviseur verwachten?

faseovergangEen initiatief en productie van Stichting Pensioencommunicatie:

 

Werknemers moeten volledige compensatie pensioenverlagingen krijgen

Compensatie pensioenverlagingen afdwingen is niet de standaard houding van elke werknemer bij een verplichte pensioen wetswijziging. Werkgevers hebben daarom in 2014 en 2018 een klein feestje gevierd.

De Eerste Kamer heeft immers in 2014 ingestemd met de Wet VMO (Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen). Die wet zorgde vanaf 1 januari 2015 er voor  dat veel werkgevers minder pensioenpremies gaan betalen door een lagere pensioenopbouw. Deze wet was een uitvloeisel van het Pensioenakkoord en werd pas na veel politiek getouwtrek aangenomen. Elke Ondernemingsraad en andere werknemersvertegenwoordigingen leek het nakijken te hebben. Compensatie pensioenverlagingen is toen nauwelijks een onderwerp van gesprek geweest.

2018 pensioenrichtleeftijd 68 jaar

Nu in 2018 de pensioenleeftijd 68 jaar is vastgelegd, begint de discussie van voren af aan. Weinig partijen blijven stil staan bij de puinhoop waar we inmiddels op staan. Terugkijkend zal dit voor veel werknemers verlagingen van mogelijk tot 20% pensioenopbouw hebben betekend. Compensatie pensioenverlagingen is ook in 2018 achterwege gebleven.

Gevolgen verlaagde pensioenopbouw

compensatie pensioenverlagingenDe overheid twijfelde overigens of als gevolg van de lagere pensioenopbouw ook daadwerkelijk een premieverlaging doorgevoerd zou worden door pensioenfondsen en heeft daarom nog een 9-tal waarborgen (Kamerbrief pdf) toegevoegd om die verlaging af te dwingen. De hervorming van de fiscale pensioenambitie moet immers een flinke bezuiniging opleveren: eenmalig bijna 3 miljard en jaarlijks nog eens een kleine 2 miljard euro. De eerste verlaging van de pensioenopbouw was overigens al via de Wet VAP (Wet Verhoging AOW en pensioenleeftijd) begin van dit jaar ingegaan.

Samen met de nieuwe Wet VMO kan het sommige werkgevers wel 35% pensioenpremie per jaar gaan schelen. Nergens is de Compensatie pensioenverlagingen op een zodanige wijze doorgevoerd.

Uitgesteld loon

Het feestje van de werkgevers zal echter van korte duur zijn. De ondernemingsraden (en individuele werknemers) zullen zich ongetwijfeld gaan melden. Een pensioenpremie is immers uitgesteld loon en dus volledig eigendom van de werknemers. Volledige compensatie pensioenverlagingen ligt voor de hand. Werkgevers zullen zich hier natuurlijk tegen verzetten maar ze maken weinig kans.

Pensioenopbouw werkt, eenvoudig gesteld, als volgt. Jaarlijks betaalt een werkgever een gedeelte van het loon niet uit aan de werknemer maar wordt dit gedeelte als pensioenpremie aan een pensioenfonds of een pensioenverzekeraar betaald. Deze premie en de waardevermeerdering wordt na pensionering weer gebruikt om als uitgesteld (pensioen) loon uit te betalen. Als er dus door de werkgever 100 euro minder pensioenpremie betaald wordt dan moet de werknemer daar volledig voor gecompenseerd worden. Het is een arbeidsvoorwaarde die een werkgever zich niet mag toe-eigenen.

Volledige compensatie pensioenverlagingen

Het doet daarbij niet ter zake of de werkgever voor een voldongen feit staat door de wetswijzigingen. Nu een bestanddeel van de arbeidsvoorwaarden wordt verlaagd, hoort er een volledige compensatie door de werkgever plaats te vinden aan de werknemer. Niet slechts een verlaging van de eigen pensioenbijdrage van de werknemer maar een volledige financiële vergoeding van de gehele verlaging van de pensioenpremie.

Wijze van compensatie pensioenverlagingen

De wijze waarop deze compensatie pensioenverlagingen gestalte krijgt, is in dit kader niet erg interessant. Extra loon, een verbetering van de pensioenregeling, meer vrije dagen of een lagere eigen pensioenbijdrage: elke werknemersvertegenwoordiging zal dit in overleg met de werkgever willen invullen.

De tegenargumenten

De argumenten tegen deze compensatie van het werkgeversvoordeel zijn voorspelbaar. Een veel gehoord argument is dat door de nieuwe AOW en pensioenrichtleeftijd van 67 jaar er dus ook gedurende een langere tijd pensioen opgebouwd kan worden en de pensioenpremie dus verlaagd kan worden. Dat klopt maar het doet niets af aan het feit dat de werknemer nu financieel benadeeld wordt met zijn eigen (uitgestelde) loon.

Een ander argument om niet te compenseren is dat het een wettelijke aanpassing is waar de werkgevers geen invloed op hebben; zij voeren als werkgever de wet slechts uit. Deze redenering snijdt ook geen hout. Zou er namelijk geen pensioenregeling zijn geweest dan had de werknemer een hoger salaris bedongen omdat hij of zij dan haar eigen pensioenregeling moest betalen. De hoogte van de pensioeninvestering is tot stand gekomen in onderhandelingen tussen de werkgever en werknemer. Dat de overheid nu de opbouw verlaagt, beperkt alleen fiscaal de mogelijkheden voor pensioenopbouw maar andere financiële compensatiemogelijkheden blijven aanwezig.

Juridische grondslag voor aanpassing

De rechtbank in Almere heeft in 2018 nog eens duidelijk aangegeven dat instemming van werknemers bij een wijziging van de pensioenregeling belangrijk is. Zeker als er sprake is van wijziging van de eigen bijdrage van de werknemers. Een eenzijdige aanpassing is niet toegestaan. Lees alle details op ECLI:NL:RBMNE:2018:62.

Artikel 19 van de Pensioenwet luidt:

“Een werkgever kan de pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemer wijzigen indien de bevoegdheid daartoe schriftelijk in de pensioenovereenkomst is opgenomen en er tevens sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.”

Een werkgever zal dus bij het volgen van wettelijke wijzigingen dus nauwgezet de wet moeten volgen. Instemming vragen van werknemers voor wijzigingen is daarbij een belangrijk stap. De Pensioenwet laat zich echter uitdrukkelijk niet uit over de financiële compensatie van werknemers bij een wijziging van de pensioenregeling. Een compensatie in het arbeidsvoorwaarden pakket bij een pensioenverlaging lijkt dan ook in de rede te liggen.

Verhoging eigen bijdrage door verplichte wetswijzigingen. In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 januari 2018 waarin ter discussie stond de eigen bijdrage van de werknemers, wordt ook onvoldoende ingegaan op de gevolgen voor de waarde van het arbeidsvoorwaarden pakket en de bijbehorende compensatie pensioenverlagingen.

compensatie pensioenverlagingen

[Read more…] about Werknemers moeten volledige compensatie pensioenverlagingen krijgen

Pensioenakkoord instemming 1e Kamer. Alle pensioenveranderingen hier op een rij.

De Eerste Kamer heeft zojuist ingestemd met de verlaging van het Witteveenkader per 1 januari 2015. Hieronder nog even in het kort de wijzigingen.

  • Het nieuwe uitgangspunt voor de pensioenopbouw is dat in 40 jaar een pensioen van 75% van het gemiddelde verdiende loon wordt opgebouwd. Daarbij zijn de opbouwpercentages per dienstjaar 1,875% voor middelloon en 1,657% voor eindloon.
  • De maximumopbouw voor het partner- en wezenpensioen wordt gelijkwaardig verlaagd;
  • Voor beschikbare premieregelingen gelden nieuwe (uitsluitend netto) staffels. Deze zijn al gepubliceerd.
  • Het pensioengevend loon wordt gemaximeerd op € 100.000 (aftoppingsgrens). De aftoppingsgrens wordt jaarlijks verhoogd volgens de contractloonontwikkelingscorrectie. Dit is de mate waarin het wettelijk minimumloon in een kalenderjaar is gestegen;
  • De aftoppingsgrens van € 100.000 geldt niet voor arbeidsongeschiktheidspensioen;
  • Voor verzekerde regelingen die op 31 december 2014 of eerder door arbeidsongeschiktheid (geheel of gedeeltelijk) premievrij zijn, verandert de pensioenopbouw voor het vrijgestelde deel niet;
  • Er gaat een nieuwe, lagere fiscaal minimale franchise gelden. Deze is gebaseerd op 100/75 van de enkelvoudige AOW voor een gehuwde, inclusief vakantietoeslag. Een lagere dan fiscaal minimaal voorgeschreven franchise blijft mogelijk, als de jaarlijkse opbouw lager dan fiscaal maximaal is;
  • De toets op actueel loon op eventmomenten en de overige voorwaarden, die gelden bij een 3% rekenrentestaffel, blijven gehandhaafd.

Beperking van FOR dotatie en lijfrenteaftrek

  • De fiscale oudedagsreserve (FOR) en de lijfrenteaftrek worden in lijn met verlaagde pensioenopbouw in de tweede pijler aangepast. Voor de FOR is de maximale toevoeging 9,8% van de winst, maar niet meer dan € 8.640 (2015). De berekening van de jaarruimte voor de lijfrenteaftrek luidt: (13,8% x premiegrondslag) – (6,5 x factor A) – FOR dotatie;
  • Voor de premiegrondslag in de jaarruimteberekening geldt dat het inkomen van maximaal € 100.000 in aanmerking wordt genomen. Het inkomen voor de premiegrondslag wordt verminderd met een bedrag van € 11.829 (2015). Hierdoor is de premiegrondslag nooit meer dan € 100.000 min € 11.829 = € 88.171;
  • De inkomensgrens van € 100.000 waarop de lijfrenteaftrek wordt gebaseerd, wordt jaarlijks verhoogd op basis van de contractloonontwikkelingscorrectie.

Netto lijfrente in de derde pijler voor het inkomen boven € 100.000

  • Voor het inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000 komt een nieuwe spaarmogelijkheid op vrijwillige basis: de netto lijfrente. Deze netto lijfrente is grotendeels vergelijkbaar met een jaarlijkse bruto pensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende inkomen boven de aftoppingsgrens;
  • De maximaal beschikbare premie voor de netto lijfrente is leeftijdsafhankelijk. Het uitgangspunt is het meest recente staffelbesluit voor pensioenregelingen op basis van een beschikbare premie. De hoogste staffelpercentages (staffel IV, maar alleen op basis van een rekenrente van 4%) moeten worden vermenigvuldigd met 0,48 en met het inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000;
  • De premie is niet aftrekbaar en wordt betaald vanuit het netto loon;
  • De aanspraak (de netto lijfrente) is vrijgesteld in box 3. De uitkering uit die aanspraak is niet belast in box 1;
  • Afkoop van de netto lijfrente is niet toegestaan. Bij schending van de lijfrentevoorwaarden vervalt de vrijstelling in box 3 voor de gehele netto lijfrente-aanspraak;
  • De uitkeringen moeten voldoen aan de bestaande fiscale voorwaarden voor een (tijdelijke) oudedagslijfrente;
  • De netto lijfrente kan alleen worden uitgevoerd door een verzekeraar (lijfrenteverzekering), bank (lijfrenterekening) of beleggingsinstelling (lijfrentebeleggingsrecht);
  • Er is geen acceptatieplicht voor nettolijfrenteproducten:
  • Later volgt op deze plek informatie over de nettopensioen regeling tweede pijler;
  • Voor het nettopensioen producten is er wel een acceptatieplicht.

Voor elke werkgever, deelnemersraad en ondernemingsraad belangrijke aanpassingen. De compensatie discussie zal nu snel op gang komen.

Bel gerust met Gerrit-Jan Doorneweerd 020-6200825. Geregistreerd pensioenadviseur.

Geef stante pede instemming

Nog 7 maanden de tijd…….

Werknemersvertegenwoordigingen zullen de komende maanden geconfronteerd worden met werkgeversverzoeken om stante pede beslissingen te nemen over de verlaging van de pensioenregeling. Die wijziging is het gevolg van de verlaging van het Witteveen kader en de aftopping van de pensioengevend salaris.  De gevolgen grijpen diep in op de arbeidsvoorwaarden van alle werknemers. Maar de Ondernemingsraad zal de belangen van de werknemer moeten verdedigen en dus is een eigen onafhankelijke OR-pensioenexpert onmisbaar.

Die pensioendeskundige zal de werkgever kritisch tegemoet moeten treden om de belangen van de werknemers optimaal te verdedigen.
De enige opdracht van die externe onderhandelaar zal moeten zijn een goede pensioenregeling voor de werknemers te realiseren en compensatie voor het verlies aan arbeidsvoorwaarden te krijgen.

Krijgt de werkgever de volledige ruimte om wijzigingen door te voeren dan zal hij die uiteraard gebruiken. Pas als ook de ondernemingsraad of deelnemersraad, gesteund door een externe deskundige, scherp kan onderhandelen, zal er een goed evenwicht komen tussen de belangen van de werkgever en de werknemers.

Gerrit-Jan DoorneweerdDus instemming geven is prima. Maar pas als iedereen tevreden is met de compensatie.

Bel even voor een verhelderend gesprek met G.J. Doorneweerd – Geregistreerd pensioenadviseur – 020-6200825.

Het adviesrecht en instemmingsrecht pensioen van de ondernemingsraad is geregeld in de artikelen 25 en 30 van de Wet op de Ondernemingsraden. [Read more…] about Geef stante pede instemming

De compensatie strijd kan beginnen

Afgelopen dinsdag leek het alsof ik alleen, samen met een tal actieve Eerste Kamerleden, mij druk maakte over de forse ingreep in ons pensioengebouw. Nergens een fatsoenlijk commentaar in de media en zelfs op Twitter bleef het voornamelijk stil.

Een beetje treurig luisterde ik uren naar een paar Eerste Kamerleden waarvan eigenlijk alleen Prof de Lange van het OSF mijn waardering kon wegdragen. Staatssecretaris Wiebes had, samen met “de mechanische” Jetta Klijnsma, een gemakkelijke avond. Wiebes ging charmant om met zijn onervarenheid en poneerde vele algemeenheden. Hij verontschuldigde zich geregeld voor het feit dat hij nog niet volledig was ingewerkt in het dossier. Ze lieten hem er mee wegkomen. De stemmen waren immers al vooraf geteld. Kat in het bakkie.

De wanhopige poging van een enkele senator om deze grote wijziging te plaatsen in een breder kader werd simpel gepareerd met de opmerking dat deze wijziging een brede toekomstvisie eind van dit jaar, niet in de weg stond.  Die bredere visie komt dus later wel. Eerst moest het pensioengebouw “toekomstbestendig” worden gemaakt. Niemand weersprak tijdens de besprekingen dat het eigenlijk toch gewoon om een budgettaire maatregel van 3 miljard ging om aan de Brusselse eisen te voldoen.

Dinsdag de 27-ste wordt de verlaging van het Witteveenkader ongetwijfeld als hamerstuk in de Eerste Kamer behandeld.

Het is daarna zeker dat de werknemersvertegenwoordigingen in de deelnemersraden en ondernemersraden de werkgevers flink onder druk gaan zetten voor de compensatie van deze pensioenverlaging. Het financiële voordeel voor werkgevers zal snel een kat in de zak blijken te zijn.

Afhameren Pensioen Akkoord 1e Kamer

Voor de liefhebber is het morgen 20 mei een boeiende dag. Eindelijk wordt het Pensioenakkoord als “hamerstuk” door de 1e Kamer behandeld. Het Pensioenakkoord heet officieel: “Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen.”

Hamerstuk is een tikkeltje denigrerend want er is veel discussie aan voorafgegaan. Morgen zal er ongetwijfeld nog de nodige kritiek worden geleverd. Maar de uitkomst staat vast: “Aangenomen“.

Ik vrees echter dat we daarna in een mallemolen van discussies terecht komen.

  • De werkgevers willen het financieel voordeel niet teruggeven aan de werknemers. “Het pensioen is al duur genoeg.”
  • De werknemers via deelnemersraden en ondernemingsraden zullen compensatie willen.
  • Verzekeraars en pensioenfondsen moeten alle uitwerkingen kunnen aanleveren die gevraagd worden door de partijen. De interne logistiek is, zeker gezien de korte voorbereiding, zeer ingewikkeld.
  • Deelnemers met € 100.000,- of meer pensioengevend salaris zijn de Sjaak. Zij zien hun nabestaandenpensioen gedecimeerd worden. Ook hun pensioenopbouw wordt onthoofd.
  • Producten voor de nettolijfrente 2e pijler zullen door fondsen en verzekeraars gepresenteerd worden.
  • De regeling waarbij de nettolijfrente 2e pijler vrijwillig is, zal een tombola aan interne afspraken tussen de werkgever en de ondernemingsraad tot gevolg hebben.
  • Etc.

De uitvoeringskosten van dit alles komen terecht bij de fondsen, verzekeraars en werkgevers en worden uiteindelijk betaald door de pensioendeelnemers. U dus. Extra pensioenkortingen, verlaagde indexaties en verlaagde rendementen zijn het gevolg. De deelnemersraad ontevreden, de werknemer boos over zijn/haar verlaagde pensioen, de ondernemingsraad die het moet uitleggen aan de achterban en de werkgever die talloze uren kwijt raakt aan deze nieuwe wet.

De pensioendeskundigen krijgen een volle agenda om dit alles te begeleiden. Voor ons wordt het dus een drukke tijd.

Gerrit-Jan Doorneweerd, pensioenadviseur, 020-6200825, AFM register 12007007.

Stop 6 miljard subsidiëring pensioen

De overheid subsidieert pensioen per jaar met een bedrag van ruim 6 miljard euro. Dat komt doordat er een veel hoger fiscaal aftrekvoordeel is dan de belasting die ontvangen wordt. Concreet 17,8 miljard aftrek en “slechts” 11,4 miljard belastinginkomsten. Tot in detail hier terug te vinden.

Het grote verschil komt doordat er in de eerste twee schijf door AOW-ers geen AOW premie betaald hoeft te worden. Gaan we nog rekening houden met de voordelen doordat de opbouw buiten de belastingheffing van Box 3 valt, dan stijgt het bedrag nog verder.

De politiek rechtvaardigt deze subsidiëring natuurlijk met de geijkte argumenten zoals aanmoedigen sparen en het verzorgingsaspect voor ouderen. Een nobel streven waar iedereen voordeel aan zal hebben. De werkelijkheid is dat het voordeel grotendeels terecht komt bij diegene die deze subsidiëring helemaal niet nodig hebben.

Het wordt dus, net als bij de hypotheekrente, goed om eens na te denken of de overheid de pensioenopbouw nog wel zo royaal moet aanmoedigen. Het aftoppen van het pensioengevend salaris naar € 100.000,- komende dinsdag is een eerste stap. Laten we hopen dat dit element een onderdeel wordt van een nieuwe totaal visie over pensioenopbouw.

Ik beslis; Nettopensioen en dus niet Nettolijfrente 2e pijler

Het duurde even een paar maanden maar ook van Wiebes onze Staatssecretaris Financiën mogen we – als we dat willen – praten over nettopensioen als het gaat over een nettolijfrente in de 2e pijler.

Mooi. Ik beslis hierbij dat we landelijk dus niet meer spreken over “Nettolijfrente Tweede Pijler” maar gewoon over Nettopensioen. Daarnaast over “nettolijfrente” als we een nettolijfrente 3e pijler bedoelen. Dat scheelt jaren spraakverwarring.

Zeg “Aye Aye Captain” als u het er mee eens bent, dan kunnen we weer gewoon inhoudelijk over de regeling spreken. We laten Wiebes nog even hieronder spartelen in de beantwoording van de vragen  over nettolijfrente of nettopensioen. [Read more…] about Ik beslis; Nettopensioen en dus niet Nettolijfrente 2e pijler

Weekers nu ook inhoudelijk exit

Het is een top-rapport (Rapport Commissie Ondernemingspensioen Universiteit Tilburg). Een reactie op de plannen van oud-staatssecretaris Weekers van 6 december 2013 om het DGA pensioen flink aan te pakken. Maar dit rapport veegt de vloer aan met plannen van Weekers

Een stevig groepje deskundigen heeft de plannen van Weekers bekeken en gefileerd. BDO Belastingadviseurs, Tilburg University, Achmea,  Maastricht University, Loyens & Loeff, Aegon Adfis en Weishaupt Pensioenconsultancy; ze hebben een hard oordeel over de losse flodders van de oud-staatssecretaris.

Natuurlijk gaan ze diep in op de huidige regels rondom de commerciële waardering van de pensioenverplichting en de gevolgen voor dividend uitkeringen. De extra inkomsten die de regeling in 2014 in Box 2 zou gaan opbrengen (1 miljrd), vinden ze een illusie. Als ze gelijk hebben, is dat een flinke domper voor de schatkist.

Natuurlijk bespreken ze ook een alternatief. Een premieregeling in eigen beheer vinden ze dan nog het beste alternatief. Maar het liefst zien ze (nu) nog niets gewijzigd. Eerst maar eens een goede visie neerleggen over het pensioenstelsel in Nederland.

We kunnen ons alvast verheugen op de detail uitwerking van dit rapport die binnenkort zal uitkomen. Op het Ministerie van Financiën zullen ze in de tussentijd not amused zijn over deze grondige weerlegging van de plannen om het ondernemerspensioen aan te passen.

 

Ondernemingsraden Second Opinion over pensioen

Harmoniseren, fusie, second opinion of einde contract? Elke ondernemingsraad kan hulp gebruiken bij alle pensioenwijzigingen die door werkgevers worden aangeboden.

Het adviesrecht en instemmingsrecht is geregeld in de artikelen 25 en 30 van de Wet op de Ondernemingsraden. Het is verstandig altijd optimaal gebruik te maken van het adviesrecht en instemmingsrecht bij pensioenwijzigingen. Regel dus altijd een second opinion.

Specialisten kunnen voor elke ondernemingsraad helder en duidelijk pensioenrapportages maken met alle pensioengevolgen en overige arbeidsvoorwaarden voor de werknemers.

Met zo’n rapport krijgt de ondernemingsraad inzicht in het pensioenaanbod van de werkgever en de mogelijke risico’s die de werknemers daarbij lopen. Een second opinion met primair de belangen van de deelnemers voorop.

De ondernemingsraad krijgt een grondige analyse zodat deze met de werkgever verder besproken kunnen worden. De belangen van de werknemers staan daarbij uiteraard voorop. Een paar voorbeelden die in een second opinion worden geanalyseerd:

  • Krijgen werknemer voldoende pensioendienstverlening aangeboden?
  • Zijn er zekerheden ingebouwd in de regeling?
  • Komt het voorstel van de werkgever overeen met de wensen van de werknemers?
  • Is de eigen bijdrage van de deelnemers marktconform?
  • Welke opties voor aanpassingen kent de pensioenregeling?
  • Is de nabestaandenpensioenregeling van voldoende kwaliteit?
  • Hoe is de pensioenindexactie vorm gegeven?
  • etc.

Even kennismaken? Bel met Gerrit-Jan Doorneweerd. Pensioenadviseur AFM registratie 12007007

Amsterdam: 020-6200825