Mag ik mijn pensioengeld in mijn zaak stoppen?
Binnenkort ga ik voor mezelf beginnen. Als werknemer heb ik pensioen opgebouwd. Mag ik dat geld voor de zaak gebruiken?
Nee, dat mag u niet. Het geld dat opzijgezet is voor uw pensioen, moet ook echt voor uw pensioen gereserveerd blijven. Het pensioenfonds of de verzekeraar waar uw pensioen is ondergebracht, mag het geld niet uitkeren vóór uw pensionering.
Kan ik het geld dan gebruiken als inleg voor een pensioenregeling die ik voor mezelf tref?
Voor het pensioen dat u als werknemer hebt opgebouwd, gelden speciale regels. Als u voor uzelf begint bent u geen werknemer meer, maar een zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Voor zzp’ers gelden andere regels. Alleen in sommige sectoren, zoals de schildersbranche, moet u verplicht deelnemen aan het bedrijfstakpensioenfonds.
In andere sectoren, zoals de bouw, kunt u een paar jaar vrijwillig bij het pensioenfonds blijven. In die gevallen kunt u vragen om overdracht van de waarde van uw opgebouwde pensioen. Maar meestal bouwt u als zzp’er geen pensioen meer op bij een pensioenfonds. Voor uw oudedagsvoorziening bent u dan aangewezen op een lijfrente.
Dat kan via een lijfrenteverzekering, die u vanaf uw pensioenleeftijd een gegarandeerde uitkering geeft. Of u kunt op een geblokkeerde bank- of beleggingsregeling een bedrag sparen dat op uw pensioendatum wordt omgezet in een lijfrente. In beide gevallen kunt u niet het pensioen gebruiken dat u als werknemer hebt opgebouwd.
Kan ik het geld wel laten storten in een fiscale oudedagsreserve? [Read more…] about Mag ik mijn pensioengeld in mijn zaak stoppen?
Een ambitie-uitkering
In Nederland bestaat een aantal veel voorkomende defined-benefitregelingen. Hierbij bouwt iemand per jaar een pensioenbedrag op. Dat komt tot uitkering per jaar vanaf de pensioendatum. De twee bekendste zijn de eindloonregeling en de middelloonregeling. Het alternatief voor de defined-benefitregeling is een defined contribution-pensioenregeling. Dat wordt ook wel ook wel beschikbare premieregeling genoemd. Hier wordt niet een pensioen toegezegd zoals bij de defined-benefitregeling, maar een premie. Deze premie is een vast bedrag of een vast percentage van het jaarsalaris of de pensioengrondslag
Defined benefit verzekert de risico’s in de toekomst. Dit is niet langer vol te houden, omdat wij steeds langer leven, waardoor de prijs van het pensioen almaar stijgt. En omdat bij eenzelfde of zelfs afnemend aantal deelnemers een steeds groter wordende massa opgebouwde aanspraken moet worden verzekerd. Dit blijkt uit het proefschrift van Jan Tamerus, dat hij op 22 juni verdedigt aan de UvA.
De betaalbaarheid, de solidariteit van jong naar oud en de arbeidsmarkt kunnen defined benefit niet langer dragen. Jan Tamerus verantwoordt de noodzaak van het moeten loslaten van de onvoorwaardelijkheid van de opgebouwde aanspraken en de vaste pensioenleeftijd. De opgebouwde rechten moeten aanpasbaar worden voor exogene ontwikkelingen en de pensioenleeftijd moet gaan meebewegen met de levensverwachting. Hij schetst de ingrijpende maar noodzakelijke stap van defined benefit naar defined ambition. Het doel blijft het vertrekpunt, maar de rechten zijn niet meer gegarandeerd.
Het proefschrift ‘Defined ambition. Een noodzakelijke stap in de evolutie van het pensioencontract naar een duurzaam evenwicht tussen ‘willen’ en ‘kunnen’ wordt door Jan Tamerus verdedigd in de aula van de Universiteit van Amsterdam. (Bron: Infinance.nl)
Zoek de verschillen
Vanaf 21 december 2012 mogen verzekeraars bij de vaststelling van de premie en de uitkering geen onderscheid meer maken op basis van geslacht. Dit verbod vloeit voort uit een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie.
De bestaande uitzondering op het verbod op seksediscriminatie komt hiermee te vervallen. In Nederland wordt seksediscriminatie op grond van die uitzondering onder andere nog toegepast bij individuele levensverzekeringen. Omdat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen, hanteren levensverzekeraars bij een gelijke uitkering doorgaans een verschillende premie voor vrouwen en mannen.
- Bij een overlijdensrisicoverzekering is de premie bij een vrouwelijke verzekerde daarom lager dan bij een mannelijke verzekerde.
- Bij een lijfrenteverzekering daarentegen is het omgekeerde het geval: voor een gelijke uitkering moet bij een vrouw meer worden betaald dan bij een man.
Als gevolg van genoemde uitspraak zullen de levensverzekeringsmaatschappijen unisekstarieven moeten hanteren voor nieuwe levensverzekeringen die vanaf 21 december 2012 worden afgesloten. Het verschil in leven- en sterfterisico zal door de verzekeraars naar verwachting in de sfeer van een gewogen gemiddelde over de diverse verzekeringsvormen worden verdisconteerd. Dit betekent dat voor nieuwe verzekeringen de premies voor mannen of vrouwen in specifieke gevallen omhoog of omlaag gaan.
Bij collectieve pensioenverzekeringen geldt voor uitvoeringsovereenkomsten (middelloon, eindloon) al dat de pensioenuitkering voor mannen en vrouwen gelijk is. De werknemerspremie was hier ook al verplicht ongedifferentieerd. Bij beschikbare premieregelingen zal een zogenoemde doorsneepremie voor zowel het ouderdomspensioen als het partnerpensioen moeten worden toegepast. [Read more…] about Zoek de verschillen
Juweeltjes
Nadat in 2010 een recordaantal juweliers werd overvallen (76 tegen een algemeen jaargemiddelde van 43) houdt deze trend in 2011 onverminderd aan. In de eerste vier maanden van 2011 vonden al 42 juweliersovervallen plaats. De overvallen vinden verspreid over heel Nederland plaats, er is geen specifiek overvalsdichte regio. Het tijdstip van overvallen blijft ook gelijk: voornamelijk bij opening en sluiting van de zaak. Kleinere en middelgrote juweliers zijn steeds vaker ook het doelwit.
Slechts een handjevol verzekeringsmaatschappijen zijn nog bereid juweliers te verzekeren. Niet onbegrijpelijk als we deze cijfers zien. Toch zijn de materiële gevolgen wel overheen te komen. Maar de persoonlijke gevolgen kunnen veel ernstiger zijn. Slachtofferhulp, opvang en nazorg voor alle betrokkenen wordt steeds belangrijker na een ingrijpende gebeurtenis als een overval.
Die dienstverlening wordt in hun geval verzorgd door DOeN, een gespecialiseerd, onafhankelijk bedrijf op het gebied van opvang en nazorg na dit soort schokkende gebeurtenissen.
Het verhaal van de olifant en de porceleinkast
Schade afhandelen is een vak apart. Kleine tandaard schades worden meestal, zonder al te veel controle, afgehandeld. Maar grotere schades, bijvoorbeeld de brandschade bij Chemiepack wordt het plots een heel ander verhaal. Los van het achterhalen van de oorzaak is het ook boeiend te kijken of de verzekeraar zelf niet actiever had moeten zijn en risicobeperkende maatregelen. Hier een kritische noot uit de branche zelf.
Een grondige risicoanalyse wordt meestal achterwege gelaten. De kosten daarvoor zijn immers stevig en komen bovenop de premie voor een eventuele verzekering. Ook worden de risico-analyses vaak uitgevoerd door belanghebbenden zoals verzekeringsadviseurs, banken of verzekeraars. Allemaal zullen ze adviezen geven vanuit hun achtergrond. Kort door de bocht gezegd: Een brandrisico wordt opgelost met een brandverzekering en niet vaak genoeg met een brandblusser.
Exit Koopeenpolis
In 1999 greep ik met vaste regelmaat mis als ik een aanvraagformuliertje nodig had. Soms waren we ze zelf vergeten te bestellen of bleek plots dat verzekeraars weer net een nieuwe versie hadden gedrukt. De ergernis was groot want er gingen al snel een paar dagen overheen voordat we weer het juiste exemplaar op ons bureau hadden liggen.
Oplossing: Alle formulieren scannen van de belangrijkste verzekeraars en uploaden op een website. Jeroen Harzing van Mzoem bouwde de website en samen met hem gingen we het als een project zien.
De website was handig voor onszelf en mijn collega intermediairs konden er ook kosteloos van meeprofiteren. En dat deden ze in groten getale. Niet alleen tussenpersonen maar ook verzekeraars maakte er veel gebruik van. In een enkel jaar meer dan 1 miljoen downloads.
Als we bezoekers kregen, dan zou er vanzelf een verdienmodel komen, dachten we. Dat bleek een misrekening. Het was begin 2000 en veel verzekeraars hadden geen visie en dus ook geen beleid rondom internettoepassingen. We hadden boeiende maar vaak teleurstellende gesprekken met IT-managers van verzekeraars die soms niet eens wisten wat een PDF was. Veel ideeën over verdienconcepten zijn de revue gepasseerd maar nooit kon dat goed worden uitgewerkt.
Op 1 juni trek ik de stekker eruit. De formulieren zijn inmiddels verouderd en het bezoek is uiteraard ook flink teruggelopen. Het was een mooi houtvuur maar verder gooi ik er geen blokken hout meer op.
Route 66
Op 10 mei 2011 is het Wetsvoorstel ‘Wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar‘ aan de Tweede Kamer gestuurd. Met dit wetsvoorstel wordt de AOW-leeftijd in 2020 in een keer verhoogd van 65 jaar naar 66 jaar. De opbouwperiode van de AOW blijft 50 jaar, waardoor een volledige AOW-uitkering in de periode van 16 tot 66 jaar wordt opgebouwd.
De tweede pijler pensioen. Ook de fiscale facilitering van pensioen wordt gebaseerd op een pensioenrichtleeftijd van 66 jaar. Omdat werknemers als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd een jaar langer doorwerken, hebben zij meer tijd om pensioen op te bouwen. Daarom worden de maximale opbouwpercentages (Witteveen-kader) met ingang van 1 januari 2013 verlaagd.
Het nieuwe uitgangspunt wordt dat werknemers een volledig pensioen, ter grootte van 70% van het laatste loon, in 40 jaar in plaats van 35 jaar kunnen opbouwen. De maximale opbouw in een eindloonregeling wordt daarom verlaagd naar 1,75% per dienstjaar (was 2%). In een middelloonregeling wordt de maximale opbouw 2% per dienstjaar (was 2,25%). Deze lagere opbouw zorgt ook voor een lagere opbouw van nabestaandenpensioen. Pensioenaanspraken die voor 1 januari 2013 zijn opgebouwd op basis van de hogere opbouwpercentages en een pensioenleeftijd van 65 jaar kunnen ongewijzigd in stand worden gehouden. Het 40-deelnemersjarenpensioen wordt met ingang van 1 januari 2020 vervangen door het 41-deelnemersjarenpensioen.
De derde pijler lijfrente. Gelijktijdig met de pensioenopbouw in de tweede pijler worden de faciliteiten voor opbouw van een oudedagsvoorziening in de derde pijler aangepast. Met ingang van 1 januari 2013 wordt de jaarruimte voor lijfrentepremieaftrek beperkt tot 14,5% (was 17%) van de premiegrondslag. Daarnaast mag een zelfstandig ondernemer vanaf 1 januari 2013 jaarlijks maximaal 10% (was 12%) van de winst aan de oudedagsreserve doteren.
Mijn werkneemster is zwanger. Help!
Wat zijn de verplichting als werkgever?
Vraag uw werknemer om een verklaring van de arts of verloskundige met de vermoedelijke bevallingsdatum. Deze datum geldt als richtlijn voor de vaststelling van de ingangsdatum van het zwangerschapsverlof. U hebt deze verklaring nodig voor het aanvragen van de zwangerschaps- en bevallingsverlofuitkering bij het UWV. Deze uitkering dient u uiterlijk twee weken voor ingang van het verlof bij het UWV aan te vragen.
Een werknemer is wettelijk verplicht uiterlijk drie maanden voor de uitgerekende datum van de bevalling bij haar werkgever te melden dat ze zwanger is. U bent verplicht om binnen twee weken nadat de werknemer de zwangerschap heeft gemeld, haar voor te lichten over de risico’s die zij loopt tijdens haar werk.
Verlofperiode
Vraag uw werknemer om uiterlijk drie maanden voordat zij met verlof gaat dit bij u te melden, zeker wanneer u vervanging wilt regelen. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof duurt in totaal zestien weken. De ingangsdatum van het verlof bepaalt de werknemer zelf, maar moet liggen tussen zes en vier weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Wanneer de werknemer deels of volledig ziek is gemeld ten gevolge van de zwangerschap, dan zal het verlof standaard zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum ingaan. Een zwangere werknemer bouwt tijdens haar verlof gewoon vakantiedagen op. Wijs haar er op dat ze uiterlijk de tweede dag na de bevalling aan u moet melden dat zij is bevallen.
Afspraken over contractgrootte na verlof [Read more…] about Mijn werkneemster is zwanger. Help!
Groepsvermoeden pensioen
Onder de PensioenWet heeft een werkgever de plicht om een werknemer binnen een maand na indiensttreding mee te delen of er een pensioenregeling wordt aangeboden. Verzuimt de werkgever een dergelijke mededeling te doen, dan wordt de werknemer geacht hetzelfde aanbod te hebben gekregen als andere werknemers die tot dezelfde groep behoren. Dit heet het zogenaamde groepsvermoeden.
Dit laat onverlet dat de werkgever en de werknemer bij de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden vrij zijn om individuele afspraken over de pensioenregeling te maken. Zo kunnen verschillende werknemers die tot eenzelfde groep behoren toch een afwijkende, of zelfs geen, pensioenregeling aangeboden krijgen. De werkgever zal daar wel duidelijk en helder over moeten communiceren.
Ook mag het onderscheid in pensioenregelingen niet terug te voeren zijn op wettelijk verboden vormen van onderscheid zoals bijvoorbeeld leeftijd, geslacht of burgerlijke staat. De werkgever kan dan niet anders dan een pensioenaanbod doen en de werknemer moet dit accepteren. Ook kan in een uitvoeringsovereenkomst met een verzekeraar zijn bepaald dat een werkgever alle nieuwe werknemers voor de pensioenregeling aanmeldt. (bron FJA)
Wij treffen geregeld een scala aan van verschillende pensioenregelingen binnen het bedrijf aan. Los van de administratieve last is het niet bevorderlijk voor de communicatie en voorlichting over de pensioenregeling.