Ziekte verzuim oproepkrachten 19 FAQ’s

Ziekte verzuim oproepkrachten blijft voor elke werkgever een lastig onderwerp. Soms moet het loon worden doorbetaald, soms kan een oproepkracht zich melden bij het UWV. Hieronder  vragen en antwoorden om u als werkgever op weg te helpen. Met het nul uren contract of oproepcontract sluit de werkgever een arbeidsovereenkomst met de werknemer, maar legt hierin geen vast aantal te werken uren vast. In plaats daarvan, staat in het nul-uren contract een clausule waarmee u de werknemer flexibel op kunt roepen.

Maar hoe flexibel bent u en wanneer is er een loondoorbetalingsverplichting bij ziekte verzuim oproepkrachten. Dat valt tegen; het structureel inzetten van oproepkrachten levert bijna zeker een loondoorbetalingsverplichting op.

Lees ook ons artikel over Zieke werknemer door ziekte van een partner of een familielid

Verzuimverzekeringen offertes

Basis verplichting bij ziekte verzuim oproepkrachten?

Ziekte verzuim oproepkrachten

In de wet is geregeld dat er minimaal 70% van het loon moet worden doorbetaald in de eerste twee ziektejaren. Veel CAO’s (overzicht alle CAO’s) bepalen echter dat er meer loon moet worden doorbetaald. Veel komt voor 100% van het loon in het eerste ziektejaar en 70% in het tweede ziektejaar. Dat kan ook gelden bij Ziekte verzuim oproepkrachten. Controleer dus eerst de CAO van uw bedrijfstak.

[Read more…] about Ziekte verzuim oproepkrachten 19 FAQ’s

WGA staartlasten uitleg en oplossingen

WGA Staartlasten

Er is inmiddels een nieuwe gemoderniseerde Ziektewet. Voor bedrijven en verzekeringsmaatschappij zijn daarbij de bestaande arbeidsongeschikten van groot belang. Gelukkig is daar voor werkgevers een aantrekkelijke oplossing voor. De WGA staartlasten zijn dan e

WGA staartlasten

De overheid past de financieringswijze van de WGA staartlasten van (middel)grote werkgevers namelijk aan.

WGA Staartlasten zijn de WGA-lasten van werknemers die op het moment van overstap van UWV naar een private verzekeraar een WGA-uitkering ontvangen, of ziek zijn en op termijn een WGA-uitkering ontvangen.

De aangekondigde maatregel maakt het voor alle werkgevers mogelijk om eigenrisicodrager te worden, zónder dat zij de bestaande en toekomstige WGA-lasten van zieke werknemers hoeven te financieren. We noemen dit ook wel ‘het achterlaten van de WGA staartlasten’.

De voordelen en nadelen Eigenrisicodragen WGA in 3 minuten. Link en download

Achterlaten WGA staartlasten bij UWV

Het wetsvoorstel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is uiteraard bindend, maar in de praktijk blijkt dat over dit onderwerp verschillende interpretaties bestaan. Daarom zoomen we in dit artikel in op de WGA staartlasten en lichten we de letterlijke tekst uit het wetsvoorstel Wet verbetering hybride markt WGA hieronder toe.

Artikel 82 lid 1 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
’De eigenrisicodrager draagt met inachtneming van artikel 83 het risico van betaling van de WGA-uitkering aan de verzekerde, die op de eerste dag van de bij die uitkering in acht genomen wachttijd tot hem in dienstbetrekking stond dan wel arbeidsongeschikt is geworden nadat de dienstbetrekking met hem is beëindigd en artikel 46 van de Ziektewet van toepassing is, alsmede het risico van betaling van de overlijdensuitkering, bedoeld in artikel 74, aan de rechthebbende of rechthebbenden, bedoeld in dat lid, indien die wachttijd is ingegaan op of na de dag waarop deze werkgever eigenrisicodrager werd.’

Periode WGA-risico

Een werkgever is voor maximaal 10 jaar verantwoordelijk voor het WGA-risico. Deze periode gaat in vanaf de eerste toekenning van de WGA. Dit wordt ook wel de wachttijd voor de WIA genoemd. De verantwoordelijkheid geldt voor tijdelijke en vaste werknemers waarvan de eerste ziektedag tijdens het dienstverband lag, maar ook voor ZW-toekenningen die onder de Nawerking ZW vallen. Hieronder leest u daar meer over.

WGA Eigen Risico Drager

Nawerking van de Ziektewet

[Read more…] about WGA staartlasten uitleg en oplossingen

De positie van de partner van het DGA pensioen in eigen beheer

Huiselijke twistDe mogelijkheden voor de DGA om vanaf 1 januari 2017 te gaan profiteren van de uitfasering van de opbouw in eigen beheer van het pensioen, kent veel financiële voordelen. de partner van de DGA kan echter wel flink benadeeld worden. Hieronder (een bewerkte) uitleg welke mogelijkheden er voor die partner zijn.

Er zijn voor de DGA fiscaal gefaciliteerde mogelijkheden van het fiscaal geruisloos afstempelen van de pensioenaanspraak, gevolgd door een afkoop of het omzetten in een oudedagsverplichting, kunnen ook de (afgeleide) pensioenrechten van de partner van de dga worden verlaagd. Dit gaat over de partner wordt gesproken en de gewezen partner. Het wetsvoorstel voorziet in de voorwaarde dat die partner uitdrukkelijk moet instemmen met de door de dga beoogde beëindiging van het pensioen in eigen beheer. Met deze voorwaarde worden primair de rechten van de partner beschermd terwijl tegelijkertijd wordt zekergesteld dat de partner zich bewust is van de gevolgen van het afstempelen van de pensioenaanspraak, gevolgd door een afkoop of een omzetting in een oudedagsverplichting. Voor het partnerpensioen is in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding reeds geregeld dat een dga hierover geen afspraken kan maken zonder toestemming van de partner. Voor het ouderdomspensioen is een dergelijke wettelijke bepaling er echter niet. Om die reden werd voorgesteld een dergelijke voorwaarde nu in de wet op te nemen.

Het is uiteraard aan de partner om die toestemming ook daadwerkelijk te verlenen. Als er sprake is van goede afspraken dan wel een passende compensatie voor het verlies aan rechten door de partner, zal een partner geen belang hebben bij het weigeren van toestemming. De beëindiging van het pensioen in eigen beheer heeft voordelen en kan daarmee dus ook een belang voor de partner hebben. Zo maakt bijvoorbeeld het vervallen van de dividendklem dividenduitkeringen weer mogelijk waardoor het gezinsinkomen verhoogd kan worden. Daarnaast kunnen, net als bij een scheiding, afspraken worden gemaakt om bijvoorbeeld het aan de partner toekomende deel van de waarde van het pensioen bij een professionele verzekeraar onder te brengen. Verder kan de partner compensatie eisen via bijvoorbeeld aanvullende huwelijkse voorwaarden.

Het is noodzakelijk dat de dga aan de Belastingdienst kenbaar maakt dat de partner of de gewezen partner van de dga heeft ingestemd met een wijziging in het pensioen in eigen beheer. Daarom zal de dga de Belastingdienst moeten informeren indien hij gebruik heeft gemaakt van een van de opties voor een gefaciliteerde beëindiging van het pensioen in eigen beheer. Deze informatieverplichting is geen verzoek tot toepassing van de fiscaal gefaciliteerde beëindiging van het pensioen in eigen beheer, maar een voorwaarde waaraan moet worden voldaan als hiervan gebruik wordt gemaakt.

Er zullen echter gevallen voorkomen waarbij de partner niet instemt en het pensioen in eigen beheer derhalve niet beëindigd kan worden. De opgebouwde pensioen in eigen beheer-rechten zullen dan worden bevroren. We hebben dan een flinke echtelijke twist te pakken dus het blijft zorgvuldig manoeuvreren. Zorg dus als DGA dat de partner grondig en uitgebreid wordt ingelicht over de toestemming die hij/zij geeft aan de wijziging.

Interessant in dit kader is ook de beantwoording van de vragen vanuit de Tweede kamer over de bijzondere positie van de partner. Kamerstukken 1 juli 2016

https://www.doorneweerd.nl/wp-content/uploads/2017/01/Pensioenverzekering-DGA.mp3
(Tips en informatie rondom de pensioenverzekering voor de DGA. 13 minuten.)
[Read more…] about De positie van de partner van het DGA pensioen in eigen beheer

Bijzondere zieken binnen de Ziektewet

Als werkgever kunt u voor de Ziektewet een eigenrisicodrager worden. En dat betekent dat als uw werknemer ziek wordt, u meestal zijn loon doorbetaalt. Ook als die werknemer al uit dienst is (28 dagen regel).  Dat wordt nawerking genoemd.

Maar soms kunt u, als eigenrisicodrager, ook voor uw zieke werknemer met een dienstverband een Ziektewet-uitkering bij het UWV aanvragen.  Deze Ziektewet-uitkering duurt uiterlijk tot uw werknemer 2 jaar (104 weken) ziek is. Als uw werknemer ziek wordt, geldt in sommige situaties de UWV-Ziektewet als ‘vangnet’. Dit zijn die bijzondere gevallen:

  1. Ziek door zwangerschap of bevalling
  2. Ziek door orgaandonatie
  3. De werknemer heeft een no-riskpolis
  4. De werknemer valt onder de Compensatieregeling en is ziek
  5. Werknemers die onder de doelgroep van de participatiewet vallen.

Hieronder de details van deze regeling.

[Read more…] about Bijzondere zieken binnen de Ziektewet

Pensioen in Eigen beheer afgeschaft 2017

directieHet kabinet heeft eindelijk een brief opgesteld over het einde van het pensioen in eigen beheer zoals we dat sinds de jaren 80 kennen. Steeds vaker bleek voor DGA’s het pensioen in eigen beheer slechts een actuariele methode voor belastinguitstel. De oorspronkelijke gedachte dat de opgebouwde reserve ook daadwerkelijk werd gebruikt voor een pensioenuitkering kwam steeds verder af te staan van de dagelijkse werkelijkheid. Ingangsdatum 1 januari 2017

Nu er een knoop is doorgehakt kunnen we, samen met de belastingadviseurs, gaan beoordelen welke stappen het beste genomen kunnen worden om

  1. de schade te beperken
  2. de kansen te benutten die fiscaal en financieel weer aanwezig zijn.
  3. voor de DGA een echte pensioenregeling op te bouwen.

Hieronder de brief naar aanleiding van het algemeen overleg inzake pensioen in eigen beheer op 23 maart 2016 van Directie Directe Belastingen

 

Geachte voorzitter,

Met deze brief en de bijlage kom ik mijn toezeggingen na die ik heb gedaan tijdens het algemeen overleg (AO) met uw Kamer op 23 maart 2016 over het pensioen in eigen beheer (PEB). Ik informeer u allereerst over de uiteindelijke keuze die ik heb gemaakt met betrekking tot de oplossingsrichting voor het PEB. Vervolgens ga ik in op het tijdsplan voor de wetgeving. In de bijlage geef ik antwoord op enkele technische vragen die enkele leden van uw Kamer tijdens dat AO hebben gesteld. [Read more…] about Pensioen in Eigen beheer afgeschaft 2017

Venijnige verhoging AOW-leeftijd

AOW leeftijd 2015De AOW-leeftijd wordt nu vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De verhoging vindt plaats volgens onderstaand tijdspad.

Zelf rekenen geeft nauwelijks extra inzicht op de website van de overheid. Reden is de venijnige extra maatregelen dat de AOW tevens gekoppeld is aan de levensverwachting. Op basis van de huidige levensverwachting mag verondersteld worden dat de AOW leeftijd in 2022 dus 3 tot 7 maanden verder zal liggen dan 67 jaar. De tabel hiernaast is dus een deel van het verhaal van de AOW leeftijd. Uw AOW-leeftijd is dus minimaal 67 jaar en u weet pas 5 jaar van te voren wanneer u AOW krijgt.

AOW prognose leeftijd 2015Ondanks de stijgende AOW-leeftijd zal het aantal inwoners in de AOW-leeftijden naar verwachting toch toenemen, van 3,0 miljoen nu naar 3,9 miljoen rond 2040. Na 2040 wordt een daling voorzien.

Een nieuwe pensioen deelnemer van 20 jaar in een pensioenregeling zal dus rekening moeten houden met een AOW leeftijd van 75 jaar. Dat zullen dus 55 dienstjaren worden met voor velen ook tientallen jaren een hoge doorsneepremie aan het pensioenfonds.

En de praktijk? Een nieuwe AOW-leeftijd betekent een andere pensioenrichtleeftijd en meestal een andere pensioenleeftijd, lijfrente- en pensioenkapitalen opschuiven, gewijzigde fiscale tarieven, veranderde pensioeningang eisen pensioenuitvoerders, indexeringsproblematiek, Ondernemingsraad OR-discussies, compensatie, gewijzigde pensioen-ontslag-bedingen POB, etc.

De technische toelichting AOW leeftijdwijziging ……. [Read more…] about Venijnige verhoging AOW-leeftijd

AOW vervallen partnertoeslag is vervallen

AOW wijzigingen toeslagKorting partnertoeslag AOW-gerechtigden met hoog inkomen van de baan
De Tweede Kamer heeft in oktober 2013 het wetsvoorstel aangenomen om de partnertoeslag in de AOW geleidelijk af te schaffen voor AOW-gerechtigden met een hoog inkomen. De staatssecretaris heeft geconstateerd dat er in de Eerste Kamer geen meerderheid is voor het wetvoorstel. Het wetsvoorstel is daarom ingetrokken en daarmee is de korting van de partnertoeslag voor AOW-gerechtigden met een hoog inkomen van de baan.

MKOB vervangen door regeling Inkomensondersteuning AOW
De Wet MKOB heeft als doel oudere belastingplichtigen compensatie te bieden voor koopkrachtvermindering als gevolg van beleidsmaatregelen in de fiscale sfeer. De Wet MKOB wordt per 1 januari 2015 afgeschaft en vervangen door een nieuwe regeling inkomensondersteuning voor AOW-gerechtigden, die is gekoppeld aan de AOW-opbouw. AOW-gerechtigden met een onvolledige AOW-opbouw krijgen het bedrag van de nieuwe regeling inkomensondersteuning AOW-pensioengerechtigden van bruto € 301,91 per jaar (bedrag 2014) naar rato van hun AOW-opbouw uitgekeerd. bron FJA

Pensioenakkoord instemming 1e Kamer. Alle pensioenveranderingen hier op een rij.

De Eerste Kamer heeft zojuist ingestemd met de verlaging van het Witteveenkader per 1 januari 2015. Hieronder nog even in het kort de wijzigingen.

  • Het nieuwe uitgangspunt voor de pensioenopbouw is dat in 40 jaar een pensioen van 75% van het gemiddelde verdiende loon wordt opgebouwd. Daarbij zijn de opbouwpercentages per dienstjaar 1,875% voor middelloon en 1,657% voor eindloon.
  • De maximumopbouw voor het partner- en wezenpensioen wordt gelijkwaardig verlaagd;
  • Voor beschikbare premieregelingen gelden nieuwe (uitsluitend netto) staffels. Deze zijn al gepubliceerd.
  • Het pensioengevend loon wordt gemaximeerd op € 100.000 (aftoppingsgrens). De aftoppingsgrens wordt jaarlijks verhoogd volgens de contractloonontwikkelingscorrectie. Dit is de mate waarin het wettelijk minimumloon in een kalenderjaar is gestegen;
  • De aftoppingsgrens van € 100.000 geldt niet voor arbeidsongeschiktheidspensioen;
  • Voor verzekerde regelingen die op 31 december 2014 of eerder door arbeidsongeschiktheid (geheel of gedeeltelijk) premievrij zijn, verandert de pensioenopbouw voor het vrijgestelde deel niet;
  • Er gaat een nieuwe, lagere fiscaal minimale franchise gelden. Deze is gebaseerd op 100/75 van de enkelvoudige AOW voor een gehuwde, inclusief vakantietoeslag. Een lagere dan fiscaal minimaal voorgeschreven franchise blijft mogelijk, als de jaarlijkse opbouw lager dan fiscaal maximaal is;
  • De toets op actueel loon op eventmomenten en de overige voorwaarden, die gelden bij een 3% rekenrentestaffel, blijven gehandhaafd.

Beperking van FOR dotatie en lijfrenteaftrek

  • De fiscale oudedagsreserve (FOR) en de lijfrenteaftrek worden in lijn met verlaagde pensioenopbouw in de tweede pijler aangepast. Voor de FOR is de maximale toevoeging 9,8% van de winst, maar niet meer dan € 8.640 (2015). De berekening van de jaarruimte voor de lijfrenteaftrek luidt: (13,8% x premiegrondslag) – (6,5 x factor A) – FOR dotatie;
  • Voor de premiegrondslag in de jaarruimteberekening geldt dat het inkomen van maximaal € 100.000 in aanmerking wordt genomen. Het inkomen voor de premiegrondslag wordt verminderd met een bedrag van € 11.829 (2015). Hierdoor is de premiegrondslag nooit meer dan € 100.000 min € 11.829 = € 88.171;
  • De inkomensgrens van € 100.000 waarop de lijfrenteaftrek wordt gebaseerd, wordt jaarlijks verhoogd op basis van de contractloonontwikkelingscorrectie.

Netto lijfrente in de derde pijler voor het inkomen boven € 100.000

  • Voor het inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000 komt een nieuwe spaarmogelijkheid op vrijwillige basis: de netto lijfrente. Deze netto lijfrente is grotendeels vergelijkbaar met een jaarlijkse bruto pensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende inkomen boven de aftoppingsgrens;
  • De maximaal beschikbare premie voor de netto lijfrente is leeftijdsafhankelijk. Het uitgangspunt is het meest recente staffelbesluit voor pensioenregelingen op basis van een beschikbare premie. De hoogste staffelpercentages (staffel IV, maar alleen op basis van een rekenrente van 4%) moeten worden vermenigvuldigd met 0,48 en met het inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000;
  • De premie is niet aftrekbaar en wordt betaald vanuit het netto loon;
  • De aanspraak (de netto lijfrente) is vrijgesteld in box 3. De uitkering uit die aanspraak is niet belast in box 1;
  • Afkoop van de netto lijfrente is niet toegestaan. Bij schending van de lijfrentevoorwaarden vervalt de vrijstelling in box 3 voor de gehele netto lijfrente-aanspraak;
  • De uitkeringen moeten voldoen aan de bestaande fiscale voorwaarden voor een (tijdelijke) oudedagslijfrente;
  • De netto lijfrente kan alleen worden uitgevoerd door een verzekeraar (lijfrenteverzekering), bank (lijfrenterekening) of beleggingsinstelling (lijfrentebeleggingsrecht);
  • Er is geen acceptatieplicht voor nettolijfrenteproducten:
  • Later volgt op deze plek informatie over de nettopensioen regeling tweede pijler;
  • Voor het nettopensioen producten is er wel een acceptatieplicht.

Voor elke werkgever, deelnemersraad en ondernemingsraad belangrijke aanpassingen. De compensatie discussie zal nu snel op gang komen.

Bel gerust met Gerrit-Jan Doorneweerd 020-6200825. Geregistreerd pensioenadviseur.

Geef stante pede instemming

Nog 7 maanden de tijd…….

Werknemersvertegenwoordigingen zullen de komende maanden geconfronteerd worden met werkgeversverzoeken om stante pede beslissingen te nemen over de verlaging van de pensioenregeling. Die wijziging is het gevolg van de verlaging van het Witteveen kader en de aftopping van de pensioengevend salaris.  De gevolgen grijpen diep in op de arbeidsvoorwaarden van alle werknemers. Maar de Ondernemingsraad zal de belangen van de werknemer moeten verdedigen en dus is een eigen onafhankelijke OR-pensioenexpert onmisbaar.

Die pensioendeskundige zal de werkgever kritisch tegemoet moeten treden om de belangen van de werknemers optimaal te verdedigen.
De enige opdracht van die externe onderhandelaar zal moeten zijn een goede pensioenregeling voor de werknemers te realiseren en compensatie voor het verlies aan arbeidsvoorwaarden te krijgen.

Krijgt de werkgever de volledige ruimte om wijzigingen door te voeren dan zal hij die uiteraard gebruiken. Pas als ook de ondernemingsraad of deelnemersraad, gesteund door een externe deskundige, scherp kan onderhandelen, zal er een goed evenwicht komen tussen de belangen van de werkgever en de werknemers.

Gerrit-Jan DoorneweerdDus instemming geven is prima. Maar pas als iedereen tevreden is met de compensatie.

Bel even voor een verhelderend gesprek met G.J. Doorneweerd – Geregistreerd pensioenadviseur – 020-6200825.

Het adviesrecht en instemmingsrecht pensioen van de ondernemingsraad is geregeld in de artikelen 25 en 30 van de Wet op de Ondernemingsraden. [Read more…] about Geef stante pede instemming

Afhameren Pensioen Akkoord 1e Kamer

Voor de liefhebber is het morgen 20 mei een boeiende dag. Eindelijk wordt het Pensioenakkoord als “hamerstuk” door de 1e Kamer behandeld. Het Pensioenakkoord heet officieel: “Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen.”

Hamerstuk is een tikkeltje denigrerend want er is veel discussie aan voorafgegaan. Morgen zal er ongetwijfeld nog de nodige kritiek worden geleverd. Maar de uitkomst staat vast: “Aangenomen“.

Ik vrees echter dat we daarna in een mallemolen van discussies terecht komen.

  • De werkgevers willen het financieel voordeel niet teruggeven aan de werknemers. “Het pensioen is al duur genoeg.”
  • De werknemers via deelnemersraden en ondernemingsraden zullen compensatie willen.
  • Verzekeraars en pensioenfondsen moeten alle uitwerkingen kunnen aanleveren die gevraagd worden door de partijen. De interne logistiek is, zeker gezien de korte voorbereiding, zeer ingewikkeld.
  • Deelnemers met € 100.000,- of meer pensioengevend salaris zijn de Sjaak. Zij zien hun nabestaandenpensioen gedecimeerd worden. Ook hun pensioenopbouw wordt onthoofd.
  • Producten voor de nettolijfrente 2e pijler zullen door fondsen en verzekeraars gepresenteerd worden.
  • De regeling waarbij de nettolijfrente 2e pijler vrijwillig is, zal een tombola aan interne afspraken tussen de werkgever en de ondernemingsraad tot gevolg hebben.
  • Etc.

De uitvoeringskosten van dit alles komen terecht bij de fondsen, verzekeraars en werkgevers en worden uiteindelijk betaald door de pensioendeelnemers. U dus. Extra pensioenkortingen, verlaagde indexaties en verlaagde rendementen zijn het gevolg. De deelnemersraad ontevreden, de werknemer boos over zijn/haar verlaagde pensioen, de ondernemingsraad die het moet uitleggen aan de achterban en de werkgever die talloze uren kwijt raakt aan deze nieuwe wet.

De pensioendeskundigen krijgen een volle agenda om dit alles te begeleiden. Voor ons wordt het dus een drukke tijd.

Gerrit-Jan Doorneweerd, pensioenadviseur, 020-6200825, AFM register 12007007.